De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| |
velingsbriefGa naar voetnoot1. heeft hij me zo vriendelijk ontvangen dat het volgens mij niet liefdevoller had gekund als het om zijn broer of vader ging. Meteen bij onze eerste ontmoeting troonde hij me mee naar de lunch en bij alles wat hij zei en deed, was het alsof ik een langverwachte gast was, die hem op grond van oude vriendschap zeer dierbaar is; slechts met veel moeite stemde hij erin toe dat ik in een logement verbleef en niet in zijn huis. Gisteren heeft hij mij en terwille van mij ook heer Fabri onthaald op een prachtig diner. Ik weet werkelijk niets wat te vergelijken is met zijn vriendelijkheid. Heer Fabri heeft punctueel alles verzorgd wat mijn reis betreft. De gezantGa naar voetnoot2. van de Heilige Vader verwacht elke dag de aankomst van Pace. Er is hier ook een Zweed,Ga naar voetnoot3. door HilariusGa naar voetnoot4. aanbevolen aan mijn reisgenoot Thomas,Ga naar voetnoot5. die ons voortdurend volgt, ik weet niet waarom. In Bazel wachtte hij al ons vertrek af en ook hier zal hij niet eerder weggaan dan wij; hij klaagt dat hij ongelukkig is en geen geld heeft. Hij lijkt een soldaat die vol zelfvertrouwen is en op alles voorbereid: van de kant van deze reisgezel is voor ons niets goeds te verwachten. Vaarwel, zeergeleerde leraar. Konstanz, 21 april Uw nederige dienaar Lupset, u terecht zeer toegenegen Aan de zeergeleerde en voortreffelijke Erasmus van Rotterdam, mijn zeer geëerde heer en meester. Te Bazel |
|