De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 9. Brieven 1252-1355
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 360]
| |
1351 Van Pieter Wichmans
| |
[pagina 361]
| |
voor je gewonnen hebt. Een paar mensen ken ik, die in deze woelige tijd (ik spreek geen oordeel over iemand uit) zonder zich in te houden jouw naam in het openbaar noemen. Het zijn Sucket, de secretaris Adriaan Wiele en Maarten Davidts met de hem eigen bescheidenheid. Ik zou mij bij hen als derde of vierde voegen, als jouw vrienden mij niet buitengesloten hadden. Met Pieter Gillis sprak ik één keer over jouw boekenGa naar voetnoot7. en drie keer met Goclenius die naar je informeerde. Verder sprak ik met Van Dorp bij de dood van Jan Sucket, met de arts die gehuwd is met de dochter van wijlen Jan SucketGa naar voetnoot8. en altijd als hij me ziet, mij naar jouw gezondheid vraagt, en met Herman,Ga naar voetnoot9. die tot het gevolg hoort van de aartsbisschop van Palermo,Ga naar voetnoot10. een zeer vrijgevige heer. Met niemand anders heb ik een woord gewisseld dan met meester Frans van der Hulst. Maar, in hemelsnaam, niemand van hen heeft, tenzij ik mij vergis, dit over mij aan jou geschreven. Ik houd mijn woede in; maar één punt blijft er nog over. Schrap mij van de lijst van je vrienden of - wat je conform je vooraanstaande positie moet doen - laat mij weten wie deze vrienden zijn, zodat ik kan aantonen dat het geen vrienden zijn of dat ze liegen, wie ze ook mogen zijn. Ik zal mijzelf trouw blijven, niet omdat jij Erasmus bent, was of zult zijn (jij laat wie je maar wil met je pen leven of sterven), maar alleen omdat ik jou volledig toegewijd ben en ik jou mijn vriend zal noemen, je erkentelijk zal zijn en respect voor je zal hebben. Vaarwel. Mechelen, deze 22 maart, Franse tijdrekening Je zeer toegenegen Pieter Wichmans, priester, je gastheer op het platteland en die omdat hij bovengenoemd brandmerk niet verdient, een onterechte boete betaalt Ik ben verheugd over het officiële schrijven van de paus.Ga naar voetnoot11. Als je mij toch tot je vrienden rekende, zou ik je adviseren van zijn bladeren en vruchten aan de buitenkant heerlijk te genieten zonder je tanden te hard in de kern te drukken.Ga naar voetnoot12. Aan de monarch van de humaniora, de heer Erasmus van Rotterdam |
|