De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 9. Brieven 1252-1355
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 182]
| |
1331 Aan Johann von Botzheim
| |
[pagina 183]
| |
evangelische wijsheid behandelen. Ik haat verschil van mening en ben zó aan eendracht gehecht, dat ik vrees dat ik op een beslissend moment sneller een deel van de waarheid zal prijsgeven dan de eendracht verstoren, voor zover ik althans iets kan doen. Die prediker van je,Ga naar voetnoot12. een goed iemand, zou in elk geval de zaak van het evangelie, die wij allen zonder twijfel steunen, meer kunnen bevorderen, als hij aan de naïviteit van een duif de wijsheid van de slang uit het evangelie toevoegt.Ga naar voetnoot13. Laat hij dit proberen en mijn advies verwerpen, tenzij hij ontdekt dat dit juist is. Het is niet aan mij, dat wil zeggen iemand van een lagere klasse, te beoordelen, wat voor rol de belangrijke goden of mindere goden spelen, hoewel ik ook daarover uit allerlei plaatsen brieven ontvang. Ik zal in dit toneelstuk mijn rol beslist oprecht spelen. Maar laat Christus zelf, de koorleider, voor de afloop zorgen. Ik ben blij dat je door het geneesmiddel van mijn briefGa naar voetnoot14. bent opgebeurd, maar ik verbaas mij erover dat jullie in Konstanz vanwege zo'n onbeduidend geruchtGa naar voetnoot15. zo'n gruwelijke ziekte oplopen. Als ik dezelfde instelling zou hebben - ik ben niet in Konstanz, maar in Holland geborenGa naar voetnoot16. en mij bereiken iedere dag dergelijke leugens - was ik allang gestorven. Je moet weten dat die twee theologen,Ga naar voetnoot17. die met hun persoonlijke haatgevoelens niet tegen mij, die hen nooit met een enkel woord heb beledigd, maar tegen de humaniora, die ik altijd heb verdedigd, tekeer waren gegaan, nooit zo gematigd zijn geweest als nu. Paus Adrianus was hier hun laatste anker. Nu dit is weggevallen, verliezen zij de moed. Zij wijten dit aan een theoloogGa naar voetnoot18. die op mij gesteld is, ook al kennen wij elkaar niet, en van wie men zegt dat hij bij de paus alles gedaan krijgt. De paus, die op eerlijke gronden voor de zaak van Christus opkomt, zal ik op alle manieren helpen, hoe klein mijn aandeel ook moge zijn. Ik twijfel er niet aan dat hij, een geleerde op leeftijd en bovendien in zeer veel zaken ervaren, aan mijn verwachting zal beantwoorden. Als hij in iets teleurstelt, zal ik in elk geval niet in opstand komen. Nu het laatste vraagje van je prediker: moet men het hele evangelie prijsgeven? In de eerste plaats geven zij het vooral prijs die het slecht verdedigen. Hoe langzaam heeft bovendien Christus zijn leer verkondigd! Wat is er dwazer dan die paar mensen die nu als verdedigers van het evangelie gezien wil- | |
[pagina 184]
| |
len worden. Ik heb een vriend die jij goed kent, gewaarschuwd vanwege zijn aanval op de brief van de bisschop van Konstanz.Ga naar voetnoot19. Nu is verreweg het meest dwaze stuk onzin verschenen.Ga naar voetnoot20. Ik vraag mij verbaasd af wat zij denken of wat zij ermee willen bereiken. Von Cronberg heeft twee keer met mij gesproken en zijn ingetogen wijsheid beviel mij zeer. Hutten heb ik niet gezien en ik wil hem op dit moment niet zien. Ik wens hem het allerbeste toe, als hij dat tenminste met zichzelf voorheeft. Ik heb wat anders te doen. Ik heb tegelijk aan jou en aan Fabri geschreven. Beatus is nog weg. Eppendorf heeft mij een hoogst enkele keer bezocht; hij blijft trouwens steeds dezelfde. Groet alle vrienden namens mij, vooral de artsGa naar voetnoot21. (die ik nog niet bedankt heb, hoewel ik hem zoals de Grieken zeggen, beslist μέμνημαιGa naar voetnoot22.) en verder de dominicaner predikerGa naar voetnoot23. en Hummelberg. Van de arts en de predikerGa naar voetnoot24. wil ik de namen weten. Ik smeek jouw Gratiën, dat alles wat je zegt of doet, gunstig voor je uitpakt. Moge jij altijd je vrienden tot vreugde zijn en zij jou. Moge het je altijd gegeven zijn om samen met je Gratiën tussen de Muzen te zingen. Je hebt op de meeste punten een antwoord, maar ik heb mijn brief direct na het diner geschreven, terwijl ik eerder door Bacchus dan door de Muzen geïnspireerd ben. Kerstmis 1522 |
|