De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 9. Brieven 1252-1355
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 178]
| |
1329 Aan Adrianus VI
| |
[pagina 179]
| |
der te vermoeden dat een periode als deze zou verschijnen. Omdat ik zie dat het christendom ernstig in gevaar gebracht wordt, moet men nu op alle manieren waakzaam zijn en zich absoluut niet overgeven aan persoonlijke gevoelens. Ik zou geen onheilsprofeet willen zijn. Toch zie ik dat er meer gevaar dreigt dan ik zou willen of dan velen beseffen. Moge Christus alles een goede afloop bezorgen. De stad Bazel beleeft een grote bloei met zijn vele kwaliteiten en voelt om veel redenen, vooral om het concilie dat hier ooit gehouden is,Ga naar voetnoot7. een bijzondere genegenheid jegens uw stoel. Daarom verdient hij naar mijn oordeel de gunst van Uwe Heiligheid, vooral omdat wat hij vraagt niet onbillijk en niet moeilijk is.Ga naar voetnoot8. Men heeft mij verzocht dit aan de brief toe te voegen, hoewel het niet nodig is. Indien Uwe Heiligheid zich verwaardigt mijn gehoorzaamheid te testen, mag u mij opdragen wat u wilt. Als ik niet direct en blijmoedig gehoorzaam, moet u Erasmus niet tot uw vrienden rekenen. Moge de geest van onze heer Jezus u en al uw inspanningen leiden naar heil van de wereld en de glorie van God. Bazel, 22 december 1522 |
|