De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 9. Brieven 1252-1355
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1321 Van Jan Becker van Borssele
| |
[pagina 165]
| |
dat je gedwongen wordt de godsdienstige en belangrijke werkzaamheden waarmee je begonnen bent (het verbeteren en schrijven van teksten) te onderbreken. Maar hoor in een paar woorden hoe mijn situatie is. Ik heb tot nu toe in mijn pastorie in Veere geleefd. Daar ben ik verleden jaar met de stemmen van alle collega's tot opvolger van de deken van de Sint-Pieter in Middelburg gekozen, hoewel ik mij bijna verzette en het eigenlijk niet wilde, behalve dat de voorwaarden voor dat priesterambt mij om goede redenen aantrekkelijk leken. Toen ik aan deze verkiezing gevolg had gegeven, ondervond ik tegenwerking van het hele hof van de keizer; naar men zei, vanwege een of ander privilege waardoor de keizer niet alleen abten, maar ook dekens en proosten op vacante plaatsen kan benoemen. Het kostte mij daarna weinig moeite ervan af te zien, omdat niemand voor mij opkwam, zelfs niet mijn beschermheer,Ga naar voetnoot2. die mij alleen maar wilde ontslaan als ik een fractie van het jaargeld aanvaardde. Teleurgesteld als ik was in mijn verwachting ben ik daarom in Veere gebleven en begon ik uiteindelijk de taak van docent te vervullen met de bedoeling aan het zoontje van de heer van BeverenGa naar voetnoot3. onderricht te geven. Maar zie, op advies van enkele mensen werd hij vanwege zijn zwakke gezondheid naar Leuven gestuurd, niet vanwege de humaniora die hij overal kan leren, maar vanwege het klimaat dat als heel heilzaam geldt. Eind september ben ik daarom daarnaartoe verhuisd. Ik ben de naaste buurman van Van Dorp en woon recht tegenover zijn huis. Voor zover mijn onderwijsbezigheden het toestaan, ben ik bezig met het lezen van jouw godsdienstige verklaringen van de Heilige Schrift en verder met kerkelijke schrijvers. Zeer onlangs bezorgde de heer van Beveren mij een pastoorsplaats, die eerst bezet werd door Nicolaas van Bourgondië, proost te Utrecht, en Brouwershaven heet. Nadat hij verscheidene mededingers had afgewezen, gaf hij die aan mij terwijl ik er niet was en ik noch een ander namens mij hem ambieerde. Zodoende voel ik mij des te meer met hem verbonden, omdat hij tegenover mij zo welwillend is. Als je Van Dorp of je andere vrienden een keer schrijft, voeg dan, als je niets anders kunt, een groet toe aan je oude zeer toegenegen vriend. Het ga je goed, uitmuntende en zeer geleerde Erasmus, en ga energiek tot de laatste dag van je leven verder met wat je al zoveel jaar met de hoogste eer voor jezelf maar met nog veel groter voordeel voor het christendom doet. Want het is werkelijk in de geest van het evangelie om zich tegenover onwilligen en zelfs kwaadwilligen, lasteraars en vervolgers goed te gedragen. Ik wens je een lang leven en een zeer voorspoedige gezondheid toe, en dat niet alleen in jouw belang, hoewel het ook jouw belang is, maar ook dat van de humaniora | |
[pagina 166]
| |
en de theologie. Je hele leven wijd je aan de bevordering hiervan zonder gelokt te zijn door hoop op een beloning, behalve de beloning die Christus moet bezorgen. Ik wens je het allerbeste en dat voor heel veel jaren. Leuven, 23 november. Je Jan van Borssele Aan Erasmus van Rotterdam, de meest welbespraakte en geleerde theoloog van deze tijd, zijn meest achtenswaardige en eerbiedwaardige leermeester. In Bazel |
|