1317 Van Frans van Cranevelt
Mechelen, 24 [oktober 1522]
Ik heb je onlangs een korte brief geschreven, maar toch met een heel duidelijke bedoeling. Want ik wilde, omdat ik onzeker was over wat mij te wachten stond en wat het lot zou brengen, met enige schroom je een brief afdwingen. Je weet in wat voor omstandigheden ik enkele jaren in Brugge heb gewoond. Maar Vlaanderen, dat geteisterd is door die oorlogsrampen,1. kon niet langer een man voeden, die zoveel kost en bovendien nog een kip en talrijke kuikens heeft. Zij wilden mij minder salaris geven dan ze gewoonlijk deden, ik vroeg daarentegen een beetje meer. Zo ontstond er een meningsverschil. Ik ben naar Mechelen aan het hof van Zijne Keizerlijke Majesteit uitgenodigd met een beter salaris en een betrekking die meer aanzien oplevert. Daarbij was de verhuizing het vervelendste. Eergisteren kwam mijn vrouw met de kinderen en wij zijn bezig met het onderbrengen van de spullen. Tot nu toe zijn we te gast bij de heer Jan Robbyns, deken van Mechelen. Daar trof jouw Hilarius2. mij aan, die een brief van jou bezorgde3. en van mijn vriend Fevijn. Hem zou ik in elk geval graag zien als een Hercules bij het bevrijden van Theseus,4. als het mij vergund is kleine zaken met grote te vergelijken.5.
Het ga je goed, zeer geachte heer. Uit Mechelen, 24 oktober
Je vriend Van Cranevelt, zoals hij is