De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 9. Brieven 1252-1355
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1267 Aan Stanislas Thurzo
| |
[pagina 45]
| |
In de wintermaanden heeft een afschuwelijke verkoudheid mij verscheidene dagen zwaar geteisterd. Na een onderbreking kwam zij terug, was ook zwaarder en duurde langer. Kort voor de Vasten, toen ik weer wat beter was, werd ik plotseling door een niersteen geveld. Natuurlijk maakt mijn lichamelijk verblijf, dat nu eens hier dan weer daar instort, zijn bewoner ervan bewust dat hij eerstdaags zal moeten verhuizen. Ik acht dit ook bijna wenselijk, wanneer ik de tragedies van deze tijd zie. Zij worden bij ons veroorzaakt door de strijd van enkele mensen: sommigen proberen met plannen die ik niet ken, de vrijheid van het evangelie te beschermen en anderen verstevigen hun heerschappij met zelfs sterkere legermachten. Ik meen nu een manier te zien waarop men zonder onrust de christelijke godsdienst kan helpen.Ga naar voetnoot1. Maar voor dat toneelstuk zou men vorsten moeten hebben die oprecht het algemeen belang en de roem van de hoogste leider Jezus Christus zijn toegedaan. Voor zijn rechterstoel moeten alle alleenheersers, hoe machtig zij ook zijn, verschijnen. Ik heb nooit met een aanhanger van Luther enige overeenkomst durven aangaan, maar heb hen steeds aangespoord met meer bescheiden plannen te komen, omdat ik natuurlijk bang was dat de kwestie op een oproer zou uitdraaien. Toch hebben sommigen buitengewoon schaamteloos ook aan het hof van de keizer mij als aanhanger van Luther afgeschilderd. Hier gaan de volgelingen van Luther tegen mij te keer, omdat ik het niet met hem eens ben. Zij tasten met hun openbare uitspraken mijn goede naam aan en dreigen bovendien met bijtende pamfletten. En zo ben ik voor beide partijen een ketter. Het Nieuwe Testament is uitgekomen, voor de derde keer door mij herzien en uitgebreid.Ga naar voetnoot2. Een nieuwe paraphrasis op het evangelie van Mattheus is verschenenGa naar voetnoot3. met daarnaast mijn toelichtingen op alle brieven van Paulus.Ga naar voetnoot4. Verscheidene mensen, vooral vorsten, dringen erop aan dat ik tegen Luther schrijf. Als het mogelijk was, zou ik liever tegen de wereld schrijven voor de roem van Christus. Aan tegenstanders zal het Luther niet ontbreken. Ik wens Uwe Hoogheid alle goeds toe. Bazel, 21 maart 1522 |
|