1261 Van Andrea Alciati
Avignon, 24 februari 1522
Van de brief, het antwoord op brief 1250, resteert alleen dit fragment.
Over het feit dat jij je beijverd hebt dat die declamatio van mij door niemand wordt gelezen, verheug ik mij en ik ben je daarom zeer erkentelijk. Je hebt me gelukkig gemaakt, omdat je deze zorgGa naar voetnoot1. van me hebt weggenomen. Maar om op de ene weldaad een andere te stapelen vraag ik je bij de onsterfelijke God om deze declamatio te verbranden. Want deze was door Calvo van mijn werktafel gestolen, toen ik haar net voltooid had.