De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdErasmus van Rotterdam groet Matthäus, kardinaal van SionWe gaan allebei geheel op in ons werk. Hopelijk verloopt het succesvol waar we mee bezig zijn, of liever strekt het gelijkelijk tot Christus' glorie wat wij allemaal doen! De parafrase op Mattheus waaraan ik op uw instigatie was begonnen, zult u met de volgende beursGa naar voetnoot1. gedrukt en wel te zien krijgen, als Christus tijd van leven geeft. Ik ben ook aanwezig bij het opnieuw geboren worden van het Nieuwe Testament, nu voor de derde keer. | |
[pagina 360]
| |
Ik merk dat we leven in een slechte tijd vol gevaren. Wat anderen voor plannen hebben weet ik niet; ikzelf wil in elk geval, als het kan, iedereen tevredenstellen. Als het gaat om de kwestie rond Luther, ik heb misschien meer gedaan dan bepaalde lieden die zich erop beroemen wonderen te hebben verricht. Bij ons hier zijn er tongen - machtige, maar al te losse - die rondstrooien dat ik het boegbeeld ben van Luthers partij; maar Duitsland zelf heeft daar heel andere ideeën over, wat voor mij niet ongevaarlijk is. Al ben ik maar een armzalig mensje en een zondaar, toch sta ik aan de kant van Christus' glorie, en om Hem aan de kant van degenen die zijn glorie vergroten. Ik streef geen rijkdom na, evenmin eerbewijzen en genietingen nog veel minder, waarvan ik weet dat ik ze, gesteld al dat ik erom zou geven, over korte tijd achter moet laten. Hopelijk is het u in deze stormachtige tijden vergund alleen datgene te doen wat als enige gedaan moest worden! Toch weet ik dat u zoveel als maar mogelijk is Christus steunt; daarom zult u ook Erasmus steunen. Er begint zich hier een gerucht over paus Leo te verspreiden, waarvan ik absoluut wil dat het niet waar is. Duitsland ontving ons op de gebruikelijke manier; de benauwde warmte van de kachels werd me bijna fataal. Moge de Here Jezus Uwe Heiligheid lange tijd in gezondheid en volle kracht bewaren. Bazel, 14 december 1521 |
|