De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1243 Aan Stanislaus Thurzo
| |
[pagina 350]
| |
was dan wanneer het van veel groter waarde was geweest. Velius zelf is me veel dierbaarder geworden dan hij hiervoor was toen ik een paar dingen had gezien die zijn talent bewezen, wegens zijn ongelofelijke wellevendheid, terwijl dit soort mensen over het algemeen wat vervreemd zijn van de dagelijkse omgang met anderen. Hij bleek ook een veel gezegender man dan ik had gedacht. In de eerste plaats geeft zijn deftige en elegante kleding aan dat hij redelijk welgesteld is. Verder laat zijn uiterlijk zien dat zijn zeer gezegend talent, dankzij een zeldzaam moment van goddelijke toegevendheid, een even gezegend onderkomen heeft getroffen. Met recht vereert en prijst hij Uwe Hoogheid zo. Hij vereert u als een soort godheid en prijst u uitbundig. Aan de andere kant toont het feit dat u een zodanig man zo nauw aan u verbindt en zo royaal steunt, dat uw oordeel evenzeer prijzenswaardig is als uw vrijgevigheid. Daarom moet ik u wel allebei gelukwensen met de ander, u met zo'n beschermeling en heraut van uw verdiensten, hem met zo'n uitnemende mecenas. Nogmaals, het ga Uwe Eerwaardigheid goed, bij wie ik me ten zeerste aanbeveel. Bazel, 22 november 1521 |
|