De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251

1241a Van Girolamo Aleandro^1.
[Leuven?, ca. 20-25 oktober 1521?]

Ik schreef je gisteren met de keizerlijke boden verschillende dingen in antwoord op de brief die je voor mij aan Karl^2. had meegegeven; want ik ging ervan uit dat de mijne je langs die weg sneller zou bereiken, vooral omdat Karl niet zeker wist of hij eerst zijn ouders zou bezoeken voordat hij weer naar jou zou gaan. Ook al was er geen noodzaak om hem nu nog een brief voor jou

1. Deze brief, nummer 2680 in de uitgave van Allen, komt voor in een brievenboek van Aleandro, waar hij voorzien is van het opschrift ‘Eidem Erasmo’.

2. De tekst heeft ‘Carolus’; de bedoelde persoon zou Karl Harst kunnen zijn.

[p. 348]

mee te geven, toch wilde ik in ieder geval een paar regels schrijven, om twee redenen: dat hij niet met lege handen bij mij vandaan zou gaan en je geloof zou hechten aan wat hij jou namens mij zal vertellen. Dat ik de man hier twee dagen vasthield, kwam door de beslommeringen van mijn werk waardoor ik dagelijks bijna word overstelpt; ook waren er veel dingen die ik je hoopte te schrijven, maar ik veranderde van gedachten en vond het beter ze te bewaren om je ze persoonlijk te vertellen. Het ga je goed.