De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 331]
| |
1236 Aan Paolo Bombace
| |
[pagina 332]
| |
maak je daar meer kans op dan in Rome? Want ik raad je aan Bologna op alle mogelijke manieren te mijden, al was het maar om de mensen die aan je touw gaan knabbelen.Ga naar voetnoot5. Alhoewel, je weet dat het onze vriend Scipio Carteromachus zelfs in Rome niet gelukt is de vrijheid te vinden waar hij als geen ander verzot op is. Hoewel mijn bezit lager getaxeerd wordt dan dat van jou, ben ik toch gestopt met klagen over Mercurius.Ga naar voetnoot6. Ik kan aardig rondkomen. Er kan soms zelfs een goudstuk af voor een nooddruftige vriend, wat aangeeft hoe weinig ik op iemand hoef te leunen. Ik ben niet uit op hoge ambten, vooral niet tegen zo'n hoge prijs. Als het mogelijk was geweest ze voor niets of althans met geringe kosten te krijgen, en op het goede moment, zou ik niet menen dat ze geheel en al te verwerpen waren, al was het maar hierom, dat ze, zo niets anders, dan toch in elk geval het voordeel hebben dat ik niet blootgesteld word aan de verachting van willekeurige onverlaten. Wat dit betreft, zoals bij alles, had More een scherpere blik dan ik. Want hij, een ridder, is raadsman en schatbewaarder van de voortreffelijke koning, wat allebei vrij weinig verplichtingen met zich meebrengt en vooral eervol is, zodat hij bij de goeden nog geliefder en bij de slechten nog gevreesder is. Want het zijn zulke tijden, dat zelfs iemand die zo uitzonderlijk goedhartig is en zo buitengewoon prettig in de omgang niet aan alle vijandigheid kan ontkomen. De brief die je naar Bazel had gestuurd, heb ik ontvangen. Cornelius,Ga naar voetnoot7. die ik bij jou en, als ik het wel heb, Aleandro had aanbevolen, is in AlessandriaGa naar voetnoot8. door het Franse garnizoen beroofd van brieven, geld en kleding. Daarna werd hij zonder kleren in een kerker geworpen. Uiteindelijk kon hij kiezen wat hij wilde: zonder kleren maken dat hij wegkwam, of hangen. Zo bereikte hij, met alleen een linnen hemd aan, Bazel. Daar had hij enkele dagen nodig om op verhaal te komen; vervolgens kreeg hij Duitse kleren en ook nog een goudstuk als reisgeld. Zo arriveerde hij bij ons, waar hij opnieuw van reisgeld moest worden voorzien. Hij zei dat jij tegelijk ook aan de eerwaarde kardinaal Campeggi had geschreven. Als er iets belangrijks bij was, wees zo vriendelijk nog een keer over hetzelfde onderwerp te schrijven. | |
[pagina 333]
| |
Die Spanjaard over wie je schrijft, is Diego Zúñiga, die in een opschepperig boekje tekeergaat tegen de eerste uitgave van het Nieuwe Testament.Ga naar voetnoot9. Op het eerste gezicht lijkt het heel wat, zoals hij zich presenteert. Zodra je het van dichterbij hebt gekeken, zul je zeggen dat het louter lucht is. Ik heb geantwoord met een beknopte apologie.Ga naar voetnoot10. Ik heb nu al spijt van alle moeite, want het boek is van dien aard, dat zelfs Aleandro er niets van moet hebben, en ook zou het mijn reputatie niet beschadigen, tenminste niet in de ogen van redelijke en ontwikkelde mensen. Toch antwoordde ik niet alleen beknopt, maar ook beleefd, niet dat hij dat verdiende, maar omdat ik mijn reputatie wegens gematigdheid die ik tot nu toe heb weten op te houden, niet kwijt wilde raken. Ik ben me ervan bewust en denk er steeds aan, mijn beste Bombace, hoeveel ik te danken heb aan de gezindheid van Leo jegens mij, waarvan ik al verscheidene blijken heb ontvangen. Ook heb ik me niet zo afzijdig gehouden van zijn zaak als je denkt. Eerst heb ik mijn best gedaan om het uitbreken van deze onlusten te voorkomen, vervolgens, na het uitbreken ervan, om ze te sussen, en uiteindelijk, toen de brand al om zich heen gegrepen had, om een evenwicht te zoeken met zo min mogelijk nadelige gevolgen voor de algemene vrede. Want dat vond ik vooral belangrijk, zowel voor de waardigheid van de paus van Rome, als voor een zodanige beëindiging van deze tragedie dat het eenmaal bedwongen kwaad niet nogmaals tot een uitbarsting kon komen. Toen ook dat niet echt lukte (door toedoen van bepaalde lieden die liever aan hun eigen belang dan aan het algemeen welzijn dachten), weerhield ik velen ervan zich met dit toneelstuk in te laten, deels door het schrijven van brieven, deels door met hen te praten. Er zijn talloze redenen waarom ik tot nu toe niet in publicaties de strijd aanbond met Luther. Het is niet nodig die nu allemaal langs te gaan; de voornaamste was, dat ik volstrekt geen tijd had om te lezen wat Luther heeft geschreven, zo ging ik op in het herzien van mijn eigen werk. Je weet wat een veelschrijver hij is. Ook is hij niet alleen; hij heeft honderd handen. Verder was het niet genoeg geweest zijn boeken een keer door te lezen, je moet ze telkens weer opnieuw herlezen. Zelfs dat is niet genoeg. Overal publiceren allerlei mensen boekwerken waarin ze zijn opvattingen bestrijden, die ik allemaal moet bekijken, als ik de eenmaal aangevatte taak naar behoren wil volbrengen. Om intussen nog niet te spreken over het feit dat men, door mij die kant uit te trekken, voorbijgaat aan het spreekwoord ‘het paard naar het vlakke veld’.Ga naar voetnoot11. | |
[pagina 334]
| |
De kwestie brengt veel risico met zich mee en ik beweeg me makkelijker op een ander studieterrein. Daarnaast zou het niet onredelijk zijn wanneer ik, nu ik er zoveel boeken op heb zitten, vrijgesteld werd, zodat ik voortaan in alle rust van de studie kon genieten. Dat vereiste mijn leeftijd, die zich steeds meer laat gelden, dat was een rechtvaardige beloning voor alles wat ik tot nu toe doorstond om de studie in het algemeen te bevorderen. Het is zo'n soort taak dat ik, als ik er eenmaal aan begin, er mijn hele leven aan vastzit. Mijn beste Bombace! Het klinkt zo makkelijk: ‘Bestrijd Luthers opvattingen.’ Maar daar komt meer bij kijken dan bij het in elkaar zetten van een wagen, om met Hesiodus te spreken.Ga naar voetnoot12. Het ontgaat me niet hoe verschillend het oordeel van de mensen is, hoe geïrriteerd ze reageren, vooral in deze tijden, die lastiger zijn dan bijna welke ook. De universiteiten ten zuiden van de Alpen zijn het op veel punten niet eens met de noordelijke. Zelfs theologen van eenzelfde universiteit hebben tijdens openbare disputaties en op schrift een andere mening dan tijdens een eerlijk gesprek. Bovendien is het erg moeilijk je pen zo te sturen dat je de waardigheid van de mensen respecteert en tegelijk in geen enkel opzicht Christus' glorie schaadt; dat je de vorsten op aarde behaagt en tegelijk in geen enkel opzicht de vorst Christus mishaagt. Als dit kwaad met pamfletten uit de wereld geholpen kan worden, dagelijks komen er zwermen boeken te voorschijn, zodat Erasmus helemaal niet nodig is; en als het met geschreeuw kan, het ontbreekt niet aan Stentors.Ga naar voetnoot13. Alom geen gebrek aan boekverbrandingen. In de edicten is niets schrikwekkends overgeslagen. Maar ik ben bang dat met deze maatregelen het kwaad eerder tijdelijk wordt onderdrukt dan verdelgd, om weldra tot een ergere uitbarsting te komen. Dat zou ik werkelijk afschuwelijk vinden en ik hoop vurig dat het niet zover komt. Geen enkele streek steunt de pauselijke waardigheid met meer overtuiging dan de onze hier. Maar de weerzinwekkende manier waarop bepaalde lieden haar verdedigden, werkte geweldig in haar nadeel. Als zij zich niet zo dwaas hadden gedragen, was dit stadium nooit bereikt. Ja, als ze ook nu slechts drie maanden hun mond zouden houden, zou die hele Luther met zijn pamfletten niet interessant meer zijn en zou er in de maatschappij zelfs niet het minste beetje wegens hem veranderen. Ik ben volop bezig met het herzien van het Nieuwe Testament en een aantal andere pennenvruchten van me, naar het voorbeeld van de beren mijn vormeloze geesteskinderen beetje bij beetje in model likkend.Ga naar voetnoot14. Maar ik hoop binnenkort iets meer vrije tijd te hebben. Ik heb Girolamo Aleandro | |
[pagina 335]
| |
dringend verzocht mij toestemming te geven om te lezen wat Luther heeft geschreven. Want tegenwoordig wemelt het overal van kleingeestige vitters en spionnen.Ga naar voetnoot15. Hij zei dat hij dat niet kon, tenzij hij uitdrukkelijk toestemming van de paus kreeg. In de eerste plaats zou ik daarom willen dat je voor mij die toestemming regelt in de vorm van een of andere breve. Want ik zou niet willen dat die ellendelingen een kans krijgen: dat is namelijk het enige waar ze op wachten.Ga naar voetnoot16. Ik ben altijd een zo overtuigd voorstander geweest van een vreedzame samenleving, dat weinigen mij daarin overtroffen. Ik zou graag mijn leven geven voor de evangelische waarheid. Ik weet heel goed hoeveel ik ook persoonlijk verschuldigd ben aan de uitzonderlijke goedgunstigheid van de paus jegens mij. Als het mij gegeven zal zijn nog drie of vier jaar te leven, zal ik óf ten onder gaan aan mijn pogingen óf bereiken dat hij mij een niet geheel ondankbaar mens zal noemen. Zijn buitengewone goedheid verdient geprezen te worden in de werken van alle geleerden. Anderen zullen dat, denk ik, op gelukkiger wijze doen, maar in elk geval niemand met meer vuur dan ik. Als de natuur mij welsprekendheid ontzegt, zullen mijn hart en mijn vurig gemoed daarvoor zorgen. Er zijn mensen die menen dat zijn zaken prachtig geregeld zijn, als ze hem zo schrikwekkend hebben gemaakt als maar kan; mijn streven is er vooral op gericht dat de wereld Leo liefheeft, meer dan dat ze hem vreest. Maar als hijzelf mij niet de hand boven het hoofd houdt bij die taak, zie ik niet hoe ik ongeschonden kan blijven: met zoveel overgave wordt er door bepaalde lieden die ik verfoei tegen mij samengespannen. Ze verkondigen kletspraat over mij met naam en toenaam, ze hekelen mij ten overstaan van de menigte tijdens openbare colleges en preken, ze beschuldigen mij ten overstaan van vorsten. Ze stoken mensen op om schotschriften te publiceren waarin ze mijn reputatie aan flarden scheuren; ja, ze dreigen zelfs met dolken en gif. Het blijft voor niemand verborgen waartoe die lieden in staat zijn. Ik zou niet aarzelen alle mogelijke verwensingen tegen mijzelf uit te spreken, als er een zo kort pamflet van Luther is, dat ik het helemaal heb gelezen; of als er in alles wat aan hem wordt toegeschreven of wat ter verdediging van hem in omloop is, een lettergreep staat die van mij is of met mijn instemming geschreven is; of als ik ooit een stelling van hem geprobeerd heb te verdedigen. Sommige lieden zijn zelfs zo verdorven, dat ze ook werken aan mij toeschrijven die Luther tijdens de rijksdag van de keizerGa naar voetnoot17. erkend heeft als de zijne. | |
[pagina 336]
| |
Onlangs vroeg iemand me tijdens een druk bezocht feestmaal wat het begin was van De captivitate Babylonica.Ga naar voetnoot18. Ik vond het erg moeilijk daar antwoord op te geven: dat is wel het laatste waar ik me mee bezig had gehouden! Toen ik daarop vroeg waarom hij dat wilde weten, gaf hij toe dat sommige mensen het vermoeden hadden dat het werk van mij was, omdat de eerste woorden luiden: ‘Of ik nu wil of niet’, wat niet veel verschilt van de beginwoorden van mijn Panegyricus, een gelukwens voor Filips bij zijn terugkeer uit Spanje,Ga naar voetnoot19. die begint met ‘Of u nu wilt of niet’. Een leuke hypothese! Aleandro wist te vertellen dat er drie pamfletten aan mij werden toegeschreven, waarvan er een Eubulus getiteld is en de ander Lamentationes Petri.Ga naar voetnoot20. Ik mag sterven als ik ooit van de titels had gehoord voordat hij ze had genoemd. Het eerste boekje heb ik nog niet te pakken kunnen krijgen. In het andere wordt er zo over mij geschreven, dat ik, als ik wist van wie het was, hem niet erg dankbaar zou zijn. En toch wil ik liever beschimpt dan geprezen worden in dit soort pamfletten. Sommigen willen ons doen geloven dat de Lutherse pest in deze omgeving is ontstaan. Ik weet dat niets minder waar is dan dat. Verder plukten bepaalde lieden die zich kennelijk verveelden, passages uit mijn boeken waar Luther ogenschijnlijk de ruimte vandaan haalde voor zijn dwalingen. Waarom verzamelen ze niet eerder dergelijke passages uit de evangeliën en de brieven van de apostelen, uit Augustinus, Bernardus en ook Thomas zelf? Waar haalden de meeste ketters uit vroeger tijden de ruimte vandaan voor hun dwalingen? Toch uit de heilige boeken, die ze verkeerd begrepen? Ik durf gerust heel Duitsland, en alle mensen elders die Luther steunen, te vragen of ze kunnen bewijzen dat Luther hulp van mij heeft gekregen bij ook maar één woord in alle boeken die hij tot nu toe heeft uitgegeven, ja, of ze brieven willen laten zien die ik hierover heb geschreven, zelfs in de tijd dat er nog hoop was dat Luther zijn talent en zijn pen in dienst zou stellen van Christus' glorie. Die zullen duidelijk maken dat ik op alle mogelijke manieren geprobeerd heb te voorkomen dat deze tragedie zou ontstaan. En toch keurde ik niet zonder meer goed wat zijn tegenstanders op touw hadden gezet, en merkte ik dat heel wat dingen werden aanvaard die beter veranderd konden wor- | |
[pagina 337]
| |
den. De vriendschap die er al lange tijd tussen Aleandro en mij bestond, was bijna door toedoen van giftige tongen verbroken; want ze hebben talent voor dit soort trucs. Toen de zaak aan het licht was gekomen, veranderde Aleandro zijn houding, maar het is meer een wens van hem om de eenmaal uitgesproken woorden terug te halenGa naar voetnoot21. dan dat het uitvoerbaar is. Daarom, mijn zeer geleerde Bombace, als Zijne Heiligheid tegenover deze schaamteloze lasteraars vasthoudt aan mijn onschuld, zal ik naar beste vermogen vasthouden aan de zuiverheid van de christelijke godsdienst en aan zijn eigen waardigheid. Ik sta nog steeds in dubio of ik naar Bazel zal gaan. Al hele jaren ‘ga’ ik erheen, maar telkens doet zich iets voor wat mij hier houdt. Deze keer had ik besloten werkelijk op weg te gaan, om, als ik in Bazel af had wat ik wilde, met al mijn spullen naar Rome te verhuizen, met de bedoeling dat ik daar de rest van mijn leven zou doorbrengen te midden van geleerden en goed gevulde biliotheken. Ik zou al aan de reis zijn begonnen, want dankzij het zomerse buitenleven is mijn conditie er flink op vooruitgegaan, maar ik werd afgeschrikt door de gruwelijke oorlog die zich steeds verder uitbreidt. En toch sta ik nog steeds te popelen, en misschien waag ik het erop, vooral omdat Aleandro daartoe oproept, wiens advies op praktisch gebied voor mij even zwaar weegt als zijn oordeel op het gebied van de studie. Geniet intussen van je rijkdom; je kunt mij als metgezel verwachten, mits dit tumult onder de vorsten bedaart. Je moet me vooral aanbevelen bij de eerwaarde kardinaal Campeggi en jouw beschermheer, de kardinaal van Santi Quattro.Ga naar voetnoot22. Het ga je goed, trouwste onder de beschermheren en oprechtste onder de vrienden. Groet de heer Francesco Chierigati voor mij. Van mijn buitenverblijf. 23 september 1521 |
|