1233a Van Bonifacius AmerbachGa naar voetnoot1.
[Bazel, september 1521]
Het is nu een of twee jaar geleden, Erasmus, sieraard onder de geleerden, dat ik naar Avignon ging voor de rechtenstudie, en al die tijd heb ik u geen enkele brief gestuurd. Nu ik weer thuis ben - want zo had het lot besloten - wegens het woeden van de pest, doet zich een dubbele aanleiding voor om u te schrijven. Hoewel elk van beide op zichzelf genoeg is, ben ik bijzonder blij dat ze zich allebei voordeden, mits ik mij intussen verontschuldigd zal hebben voor mijn stilzwijgen van een of twee jaar, dat niet zozeer uw belangrijke werkzaamheden als oorzaak had, waarbij u niet gestoord mocht worden, als wel iedere keer veroorzaakt werd door een gebrek aan boden. Mijn achting en genegenheid jegens u bleven intussen ongeschonden en namen dagelijks toe. Daarvan zal iedereen kunnen getuigen met wie ik omging, en in het bijzonder de coryfee van de rechtenstudie van deze tijd, Andrea Alciati. Hij is een uitnemend heraut en beoordelaar van uw werk en zal als een volkomen betrouwbare getuige vertellen over mijn genegenheid jegens u.
Maar luister eens, zult u zeggen, welke omstandigheden gaven je aanleiding om me te schrijven? Francesco Calvo uit Pavia toonde u enkele jaren geleden een brief of aansporing geschreven door Alciati en gericht aan ik weet niet wie.Ga naar voetnoot2. Het was in elk geval een enkel exemplaar dat Alciati hem had gege-