De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251

1226 Aan Hieronymus Froben
Brugge, 14 augustus 1521

Erasmus van Rotterdam groet zijn vriend Hieronymus Froben

Je bedankt me, mijn beste Hieronymus, omdat je vader als gevolg van mijn brief toeschietelijker tegenover jou is geworden. Maar het hangt van jou af of hij ook zéér toeschietelijk wordt. Dat zal het geval zijn als je je een waarachtig zoon betoont en met overtuiging de belangen van je vader behartigt. Geen wonder als loonarbeiders soms tekortschieten. Maar voor jou geldt dat je, door je vader te helpen, je eigen opdracht uitvoert. Nu ben je op een leeftijd dat je iedere vorm van werk aankunt. Die moet je gebruiken voor lofwaardige dingen. De vrije tijd die je overhoudt, moet je besteden aan lofwaardige studie en het lezen van goede schrijvers. Blijf uit de buurt van verkwisters en leeglopers, keer de geneugten van de jeugd de rug toe en voorzie

[p. 308]

jezelf van werkelijk goede eigenschappen. Als je dat doet, zal het je niet ontbreken aan roem of geld; als je het niet doet, heb ik tevergeefs een goed woordje voor je gedaan bij je vader en heb jij niet goed voor jezelf gezorgd. Maar laten we hopen dat het niet zover komt. Ik vertrouw erop, mijn beste Hieronymus, dat je in de toekomst zult zijn zoals wij allebei graag willen. Het ga je goed, en doe de groeten aan de kleine Erasmius,^1. naar ik hoor een veelbelovend kind.

Brugge, de dag voor Maria-Hemelvaart 1521

1. Erasmius Froben.