De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 289]
| |
1221 Aan Daniël Tayspil
| |
[pagina 290]
| |
u en mensen zoals u hun instemming betuigen. De hele onderneming ademt een vrome geest en zal ooit een belangrijk sieraad zijn voor deze universiteit en een parel aan de kroon van keizer Karel. De eer komt allereerst toe aan de zeer illustere heer Jérôme de Busleyden, die alles wat hij bezat aan deze zaak wijdde, waarbij hij zelfs zijn broers hun erfdeel ontnam. Maar hij zal hun niet de eer ontnemen die zij verdienen, omdat ze met extra middelen dit prachtige plan steunden. Het zal het nageslacht onmogelijk kunnen ontgaan wat met drietalige welbespraaktheid zal worden bezongen. Geen gering deel van de roem zal toevallen aan hen die als eersten een begin hebben gemaakt met het onderwijs hier, dat in de toekomst grote bekendheid zal genieten. Voor het geval hij ongevoelig is voor aardse roem: het getuigt in elk geval van vroomheid te streven naar aanzien bij Christus. Laat dan je vriend Agathius op jouw aanraden spoedig hier komen, en dat het lot hem gunstig gezind mag zijn.Ga naar voetnoot4. Het valse gerucht dat Luther vanuit een hinderlaag is overvallen en gedood, was ook hier doorgedrongen.Ga naar voetnoot5. Op alle mogelijke manieren heeft men in Worms geprobeerd, nu eens met dreigementen, dan weer met vriendelijke woorden, te bereiken dat hij zijn boeken, die hij allemaal erkent als de zijne, zou onderwerpen aan het keizerlijk gezag. Toen het niet lukte dit voor elkaar te krijgen, is hij door een afgezant van de keizer met een vrijgeleide weer naar Wittenberg gebracht, waartoe hem twintig dagen waren gegeven. Kort daarop zijn, overeenkomstig het edict van de keizer, die woedend is op Luther - daartoe aangezet door anderen of uit een werkelijk zeer intense behoefte om te ijveren voor het christelijk geloof -, zijn boeken in Worms verbrand.Ga naar voetnoot6. Ook in Leuven is het huiveringwekkende edict gedruktGa naar voetnoot7. dat bestraffing mogelijk maakt van hen die niet gehoorzamen aan de wil van de keizer. Het ga je goed. Uit Anderlecht, 5 juli 1521 |
|