1214 Aan Lieven Hugenoys
Anderlecht, 21 juni 1521
Erasmus van Rotterdam groet de eerwaarde vader Lieven, abt van het klooster van St.-Bavo te Gent
Wat iemand krijgt zonder dat hij er iets voor gedaan heeft, wordt gewoonlijk des te meer gewaardeerd; wat iemand ten deel valt zonder dat hij het verwacht, geeft gewoonlijk meer reden tot vreugde. Soms krijgt het geschenk ook extra waarde als het afkomstig is van een belangrijk persoon. Niets evenwel is van zichzelf zo gering, dat het niet buitengewoon dierbaar wordt als het voortkomt uit een gevoel van vriendschap. Om hoeveel redenen dan denkt u dat ik blij was met uw geschenk, uitnemend prelaat, dat u mij stuurde met een buitengewoon man als de fiscaal advocaat Cornelis?Ga naar voetnoot1. En ik was zo verrast, dat het niet onverwachter had kunnen komen als het uit de hemel gevallen was. Want wat ongevraagd wordt gestuurd, aan iemand die er niets voor gedaan heeft, die het zelfs in zijn dromen niet had verwacht, dat moet wel uit een hart komen dat overloopt van vriendschap. Het geschenk, dat op zichzelf al zeer welkom is, maakt u met uw woorden nog aantrekkelijker. U zegt dat het geen geschenk is, maar een teken van uw gevoelens. U zegt dat u het niet zond om me rijk te maken, maar om me een groet te brengen. Ik aanvaard dus graag die gevoelens van u, en ik erken mijn schuld. Ook al ben ik u op mijn beurt evenzeer genegen, toch zult u met één punt winnen: dat u het initiatief nam tot de vriendschap. Want toen we bij elkaar waren in Gent en Dendermonde, heb ik me zo onbeleefd gedragen, dat ik meer dan eens vreesde dat ik u volledig van mij vervreemd had. Wie na zo'n provocatie nog genegenheid kan voelen, verdient naar mijn mening de welgemeende genegenheid van de ander.
Marcus Laurinus, deken van het kapittel van St.-Donaas,Ga naar voetnoot2. beloofde mij een zeer oud handgeschreven boek uit uw bibliotheek, met de commentaren van de heilige Hieronymus op de psalmen.Ga naar voetnoot3. Als mij dat niet zonder problemen toegestuurd kan worden, zou ik in elk geval graag willen dat er enkele bladzijden uit overgeschreven werden, wat mij in staat zou stellen er door vergelijking achter te komen, of de gedrukte versie die we van deze commentaren hebben onecht of incompleet is, of niet. Voor het geval ook dit proble-