De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdErasmus van Rotterdam groet zijn vriend Adrianus BarlandusWerkelijk, hooggeachte Barlandus, jij verdient het dat de hele jeugd jou in haar hart sluit, omdat je altijd zo ijverig iets op touw zet wat de hogere studie bevordert, meer dan je eigen vermogen of reputatie. Liever zorg je voor de jongelui door nuttige stof te kiezen, dan jezelf roem te bezorgen met een illuster onderwerp. Dat is een waarlijk edele en christelijke houding, om zonder vergoeding en onbezoldigd zich verdienstelijk te maken, niet alleen tegenover | |
[pagina 233]
| |
het vaderland - dat, zoals Plato terecht schreef, rechtmatig aanspraak maakt op ons deel -,Ga naar voetnoot1. maar zelfs tegenover de gehele mensheid. Wat ik van je werk proefde, beviel me in hoge mate. Je bewijst me geen geringere dienst dan FlorusGa naar voetnoot2. Livius bewees, als je mij met Livius zou mogen vergelijken. Het boekwerk met mijn Chiliaden is te omvangrijk om door minder draagkrachtigen gekocht te kunnen worden, of op scholen gelezen te worden, of meegesjouwd te worden door mensen wier toneelstuk zich door hun vele reizen op verschillende plaatsen afspeelt. Nu kan jouw ingekorte versie, die weinig kost, zelfs door de minst draagkrachtigen worden aangeschaft, en op scholen door kinderen stukgelezen worden, en zal ze voor reizigers weinig extra bagage zijn. Verder kan mijn werk voor degenen die jouw compendium als lesmateriaal gebruiken, weer dienstdoen als commentaar. Ik zou je het volgende willen aanraden, waar je ongetwijfeld al uit jezelf aan gedacht hebt: allereerst, dat je beter in plaats van alles op te nemen een selectie kunt maken van wat het meest geschikt is; en verder dat je, als zich iets minder welvoeglijks voordoet (de meeste spreekwoorden zijn immers ontleend aan menselijk gedrag), dat weglaat of zo behandelt dat het bij de jeugd geen kiem van verval achterlaat - we willen graag dat de jeugd wordt ingewijd in de literatuur, maar wel zo dat ze niet besmet wordt met verdorven zeden. Verder zijn bepaalde ondeugden van dien aard dat onschuld op dat gebied grotendeels is gelegen in onbekendheid ermee. Als je misschien wilt weten wat de plannen van mijn Muzen op dit moment zijn (aangezien ze van geen ophouden willen weten), het is mijn streven alle werken van AugustinusGa naar voetnoot3. voor iedereen bereikbaar te maken, in een verbeterde versie en met verklarende aantekeningen, met markering en niet verwijdering van teksten die ten onrechte aan hem worden toegeschreven. Bij zo'n groot karwei ontkom ik er niet aan andere geleerden als hulptroepen te gebruiken, maar wel zo dat ieder zijn deel van de eer krijgt. Want op dit punt wil ik liever zelf tekortgedaan worden dan me hebzuchtig tonen. Er zijn mensen die vinden dat alle boeken van deze man als heel goed verbeterd mogen gelden. Maar ik zou nooit geloofd hebben dat er zoveel monsterlijke fouten in zaten als ik nu ontdek, deels door nauwkeuriger te lezen, deels door vergelijking met oude handschriften. Het ga je goed. |
|