De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 184]
| |
Erasmus van Rotterdam groet de leergierige jeugdHet zijn brutale mensen die tijdens mijn leven mijn werk in gedrukte vorm openbaar maken,Ga naar voetnoot1. maar veel brutaler zijn zij die ook nog eens de bedenksels uit mijn kindertijd verspreiden. Maar het brutaalst van allemaal zijn zij die andermans onbenulligheden voorzien van mijn naam, zoals onlangs een of andere duistere persoon heeft gedaan, door een boekje over de methode van het schrijven van brieven uit te geven.Ga naar voetnoot2. Behalve een handvol gestolen woorden staat er niets in wat van mij is. Evenmin heb ik ooit iemand gekend die Petrus Paludanus heet.Ga naar voetnoot3. Omdat ik minder goed was in elegische verzen, was ik ooit als jongen begonnen me te oefenen door een paar opstelletjes (zou je kunnen zeggen) in die versmaat te schrijven. Naar ik zie zijn die herhaaldelijk uitgegeven.Ga naar voetnoot4. Ik begrijp niet wat erin staat wat publicatie verdient, behalve misschien dat door het voorbeeld van een jongen jongens met verstand aangespoord worden om hun pen eerder te oefenen met dit soort onderwerpenGa naar voetnoot5. dan met het uit den treure bezingen van hun verliefdheden, wat sommige geleerden zo prachtig vinden. Maar niettemin heb ik deze rommel, ongeacht wat het waard is, herzien en toegestaan dat het opnieuw werd gedrukt. Wat kan ik anders? Het ga je goed, lezer, en als ik je een raad mag geven, besteed je energie aan iets beters. Leuven, 1521 |
|