De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1186 Aan Nicolaas Everaerts
| |
[pagina 173]
| |
bels.Ga naar voetnoot4. En Luther is als de bok in een kuil beland, zonder te weten hoe hij eruit moet komen.Ga naar voetnoot5. Er komen twee lieden naar u toe om de boeken van Luther te verbranden: Nicolaas van Egmond, een man van een stompzinnige stijfhoofdigheid die wonder wat van zichzelf denkt, en Vincent,Ga naar voetnoot6. een predikheer van wie men zegt dat hij te Dordrecht niet erg welkom was, een man van een aangeboren onnozelheid, zonder oordeelsvermogen en zelfs voor iemand uit zijn kringen onderontwikkeld, maar een brutale praatjesmaker. Niemand heeft zich mondeling of schriftelijk tegen Luther gekeerd zonder Luther door onwetendheid of dwaasheid in de kaart te spelen. Silvester,Ga naar voetnoot7. Augustin,Ga naar voetnoot8. Tedeschi en Eck hebben hun tegenstander een dienst bewezen. Maar Luther valt in zijn eigen zwaard. Dat moeten we volgens mij maar aan het lot overlaten. De Duitsers publiceren werkelijk alles en zijn zo dom de mensen te verraden die hen zouden kunnen helpen. Ik had nooit gedacht dat zij zo weinig verstand hebben. Het ga u goed, mijn hooggeachte beschermheer. Leuven, daags na Sint-Matthias, 1521 Erasmus Aan de voortreffelijke heer Nicolaas Everaerts, edelhoogachtbare president van het Hof van Holland |
|