1184 Aan Guillaume Budé
Leuven, 16 februari 1521
Erasmus groet Guillaume Budé
Ziedaar, mijn beste Budé, hoe het afgunstige noodlot, alsof er nog niet genoeg ellende was, ons de voornaamste van alle Willems heeft afgenomen. Zoals u immers weet, is Willem van Croÿ overleden,Ga naar voetnoot1. de aartsbisschop van Toledo. Hij overleed als een kwetsbare bloem, geplukt in haar eerste bloei, ons hiermee duidelijk makend dat er geen afdoende bescherming bestaat in zaken die onderworpen zijn aan de grillen van het lot; daarover hebt u een boek geschreven,Ga naar voetnoot2. zoals ik van brenger dezes heb vernomen. Wat kon hij van het lot nog wensen dat hem niet reeds in overvloed in de schoot was geworpen? Afstamming uit een zeer oud geslacht; een oomGa naar voetnoot3. die bij onze Karel zo in de gunst stond dat het bijna leek of het oppergezag over het rijk bij één man berustte; in de bloei van zijn leven, want hij was niet ouder dan drieëntwintig jaar; een soepel en krachtig gestel; zoveel verschillende waardigheden dat de luister van zijn kardinaalshoed nauwelijks nog opviel; buitengewoon hoffelijk en oprecht van karakter. Hij steunde de schone letteren van ganser harte en had geen hekel aan Erasmus. Onze vriend Vives is ongetwijfeld een beschermheer kwijtgeraakt zoals hij die niet gemakkelijk meer zal vinden.Ga naar voetnoot4.
Vives heeft me uw laatste brief aan hem voorgelezen.Ga naar voetnoot5. Zouden zowel Brie als More mij onbekend zijn, dan nog zou ik het betreuren dat het de geleerde wereld zo slecht vergaat. Nu ik met beiden bevriend ben en ik beider geestesgaven bewonder, kan ik hun conflict,Ga naar voetnoot6. dat naar ik vrees al te fel zal oplaaien, slechts met diepe droefenis bezien. Want de brief van More,Ga naar voetnoot7. die u naar ik meen hebt gezien voordat hij deze te Calais in reeds gedrukte vorm aan mij toonde, is van dien aard dat ik, die volgens sommigen stevig van me af kan bijten, met deze brief vergeleken, volstrekt tandeloos ben. Niettemin heeft hij mij min of meer beloofd zijn brief terug te nemen als Brie zich rustig zou houden. De gevatheid van Hutten mocht ik ook graag, maar die is door de Lutherse storm voor de muzen verloren gegaan.
Brenger dezes is een van de Willems die Erasmus een warm hart toedragen.Ga naar voetnoot8. Toen hij van mij had begrepen wat voor man u bent, vatte hij het streven op kennis met u te maken en naar mijn mening verdient hij het inderdaad dat u hem uw vriendschap waardig acht. Hij heeft een levendige geest,