1182 Aan Willibald Pirckheimer
Leuven, 26 januari [1521]
Gegroet, zeer geachte Willibald. Onlangs ontving ik uw brief,Ga naar voetnoot1. waarin u zich erover beklaagt dat ik uw brief niet heb beantwoord. Dit verbaast me nogal, omdat mijn uitgebreide antwoordbriefGa naar voetnoot2. al geruime tijd geleden in Bazel is gedrukt. Het bevreemdt me dat u naar Rome bent ontboden omdat de paus, naar ik weet, in zijn richtlijnen heeft bepaald dat onschuldigen geen schade mag worden toegebracht, terwijl zelfs degenen die zich inlaten met, zoals zij dat noemen, ketterij en hiervan aanhangers zijn, op allerlei manieren weer moeten worden binnengelokt. Maar enkele rabiate theologen denken daar anders over. Ik wens u alle sterkte toe en hoop dat u uiteindelijk veilig zult ontkomen.Ga naar voetnoot3.
Wat mijn persoon betreft, dagelijks word ik hier door de predikheren in hun preken gestenigd en in verband gebracht met Luther, met wie ik niets te maken heb, maar ze doen dat zo dom dat zelfs de achterlijkste mensen hen doorzien. Een doeltreffender manier om de paus tegen te werken en Luther geliefd te maken, kan men niet bedenken. Nu is het zo ver gekomen dat men op zijn hand is. Wist Leo maar hoe het hier toeging! Dan zou hij hun pas laten zien dat hij een leeuwGa naar voetnoot4. is. Het ga u goed, waarde heer.
Leuven, 26 januari 1521
Uw toegenegen Erasmus
Aan de hooggeachte heer Willibald Pirckheimer, raadsheer van de vermaarde stad Neurenberg