De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1164 Aan Godschalk Rosemondt
| |
[pagina 112]
| |
den verteld, onlangs zelfs tijdens een drukbezocht feestmaal door de kardinaal van Sion,Ga naar voetnoot2. en nimmer namen of zelfs ordes noem. Tenzij ze misschien denken dat de hele dominicanenorde wordt beledigd, wanneer iemand klaagt over onrecht dat de een of andere dominicaan hem heeft aangedaan. Schrijft Hieronymus, zelf een monnik, soms niet over de ondeugden van monniken en nonnen?Ga naar voetnoot3. Als het op geen enkele manier geoorloofd is het over de ondeugden van monniken te hebben, dan zal het ook niet zijn toegestaan het over die van priesters en hovelingen te hebben. Maar tegen hen plegen die lieden als komedianten op een karGa naar voetnoot4. met grote vrijpostigheid tekeer te gaan. Wat werpt Batt, die ik sprekend invoer, de monniken anders voor de voeten in de Antibarbaren dan hun weerzin tegen de verfijnde letteren? Geven zij dat niet zelf duidelijk te kennen, zelfs als ik mijn mond erover houd, zo venijnig als ze overal openlijk op de oude talen en schone letteren inhakken? Op dit punt in ieder geval verschillen zij verregaand van mening met de paus, die in zijn breven aan mij zegt dat zij schone letteren worden genoemd én zíjn,Ga naar voetnoot5. en evenzeer met het jongste concilie van Lateranen, dat voor die studie in het totaal vijf jaar inruimt en haar ook daarna niet verbiedt, mits in enige mate gecombineerd met serieuzer studie.Ga naar voetnoot6. Maakt hij bovendien, daar hij ervoor uitkomt dat hij mij onderuit haalt omdat ik de monniken aanpakte, niet voor iedereen duidelijk dat hij uit wraakzucht handelt? Wat is er echter schandelijker dan om je te wreken misbruik te maken van het godshuis, van de kansel, bestemd om de heerlijkheid van Christus te verkondigen, en van de goedgelovigheid van het onwetende volk? Dit alles is des te schandaliger omdat het aan deze beroemde universiteit gebeurt en onder uw ogen, alsof u erachter zoudt zitten of in ieder geval daaraan uw goedkeuring geven. Wat zal nog ongerept blijven, als het gewijde woord ons een wapen gewordt om de naaste over de kling te jagen? Als iemand op onwaardige wijze het lichaam des Heren nuttigt, begaat hij een geweldige schanddaad.Ga naar voetnoot7. Maar als iemand het woord van het evangelie perverteert, treft een grotere calamiteit een groot aantal mensen. Als ze gekrenkt zijn, kunnen ze toch langs een andere weg hun verhaal zoeken, zonder onrecht aan het gewijde woord te doen. Bepaalde heren zal het naar mijn mening reeds genoegen doen, als zij merken dat iets voor mij onaangenaam | |
[pagina 113]
| |
is. Ik heb echter bepaald wel groter tegenslag doorstaan en dat kan ik nog steeds. Maar ik zou liegen als ik zei dat deze zaken langs mijn koude kleren afgaan. Als ik een mep kreeg van een muildier of een dolleman, zou ik dat gemakkelijker over mijn kant laten gaan, maar ik zou er toch de voorkeur aan geven dat ik geen mep kreeg. Wie zijn eigen leven en reputatie veracht, heeft andermans leven en reputatie in zijn macht. Iemand krenken kost niemand moeite. En het zij verre van mij dat ik van mijn kant zou willen uitproberen wat ik daar in dit geval van terechtbreng. Hoewel ik lang in Keulen verbleef, heb ik tegenover niemand enige klacht geuit, vertrouwend op uw woorden, omdat u zei dat u hoopte dat Egmond voortaan zijn mond zou houden. Want van deze Fries verwachtte ik niet nog meer narigheid. Uw gezag kan met een enkel woord aan deze wantoestand een einde maken. Of dat moet, is ter beslissing aan u; ik meen dat het moet, zo niet om mijnentwille dan in ieder geval om de rust te herstellen. Voordat ik deze brief afmaakte, genoot ik met de eerwaarde heer Maximiliaan,Ga naar voetnoot8. abt te Middelburg, het middagmaal en ging ik, omdat het dichtbij was, op goed geluk bij de prior van de predikheren langs.Ga naar voetnoot9. Hij zei dat hij niet wist wat de man had gezegd, maar met zijn gezichtsuitdrukking, zijn houding en alles wat hij zei, liet hij niettemin duidelijk blijken dat hij van het gebeurde had geweten en ermee had ingestemd. Daags nadien kwam die Fries naar me toe alsof hij zich kwam vrijpleiten. Een jongeman met een verbazend groot zelfvertrouwen die van zichzelf vond dat alles wat hij zei louter juwelen waren, louter stijlbloemen en louter godsspraken. Hij vertelde dat hij op de feestdag van de heilige CatharinaGa naar voetnoot10. meer had gezegd dan mij was doorverteld. Tot zijn rechtvaardiging bracht hij verbluffend onverschrokken bepaalde dingen naar voren die zo dwaas waren dat daarop te reageren het toppunt van dwaasheid was; ik heb toch met een enkel woord gereageerd. Aan het begin van zijn colleges over Paulus heeft Egmond ervoor gebeden dat - precies zoals Paulus van kerkvervolger tot kerkleraar is geworden - ook Luther en Erasmus eens bekeerd mochten worden. Hoe loopt het met die mensen af? Hoe dan ook onaangenaam zijn, dat willen zij het liefst. Zij kunnen het niet hebben dat ik geen aanhanger van Luther ben, wat ik inderdaad niet ben, behalve dan als hij zich aan de heerlijkheid van Christus wijdt. Ik weet van mezelf dat ik tamelijk loslippig ben. Niemand heeft mij echter ooit de leer van Luther horen onderschrijven. Ik heb me nooit beziggehouden met het lezen van zijn boeken, behalve dan enkele bladzijden en | |
[pagina 114]
| |
daarvan heb ik meer genipt dan ik ze heb gelezen. De tegen Luther gerichte disputaties aan uw universiteit hebben altijd mijn bestendige goedkeuring weggedragen, maar de publicaties nog veel meer, met name die van onze magister Jan Turenhout,Ga naar voetnoot11. die erudiet en zonder op het gemoed te werken zijn betoog hield, naar ik verneem. Toen de boeken verbrand werden, zag niemand mij bedroefder dan anders. Ik ben er altijd voor uitgekomen dat er bij hem heel veel was wat mij niet aanstond. Ik heb aan hem persoonlijk veel geschreven en veel in het midden gebracht wat hem van zijn opruiend geschrijf moest afhouden, en toch zeggen ze dat ik een aanhanger van Luther ben! Als uw universiteit grappen als deze vermakelijk vindt, ik ben een man die daarmee wel kan leven. Want dat doe ik liever dan wraak nemen. Maar naar mijn mening had het de voorkeur verdiend dat de kwestie op een andere manier was behandeld. VincentiusGa naar voetnoot12. geeft mij de schuld van de opschudding in Holland, omdat hij daar na een volkomen dwaze preek door het volk bijna werd gestenigd, alhoewel ik aan geen enkele Hollander, in goede noch in kwade zin, over Luther heb geschreven. Het ga u goed in Christus, heer rector magnificus. [1519] Uw toegenegen Erasmus |
|