De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251

1163 Aan Adrianus Cornelii Barlandus
30 november 1520

Erasmus groet zijn vriend Barlandus

Ik ben er haast wel zeker van dat u met de van u bekende bedachtzaamheid zulke brieven hebt uitgezocht waarin absoluut geen venijnigheden voorkomen. U maakt immers zelf mee hoe vandaag de dag bepaalde lieden de eerste de beste gelegenheid aangrijpen om er aanstoot aan te nemen. Desondanks had ik het wenselijker gevonden dat u op een ander idee was gekomen. Ik ben namelijk bang dat het alleen al slecht bij hen valt wanneer zij merken dat werk van mij gereed wordt gemaakt voor behandeling op scholen.

Met moeite heb ik voor elkaar gekregen dat men de Farrago niet opnieuw uitgaf.^1. Ik heb het werk opnieuw bekeken, sommige brieven weggelaten, be-

1. D.w.z. zonder herziening door Erasmus. Deze verzameling brieven was voor het eerst in 1519 verschenen in Bazel.

[p. 111]

paalde zelfs afgezwakt zodat het in die vorm verschijnt, liever dan zoals het eerst was gedrukt toen niet ik de initiatiefnemer was, maar op dit punt toch toegaf aan de wensen van mijn vrienden.

Ik vind het vervelend dat Dirk^2. geweigerd heeft het boek van onze magister Turenhout^3. te drukken. In de eerste plaats was het beter dat hij zijn mening maar voor zich had gehouden. Vervolgens zou ik dit werk om tal van redenen graag wél zien verschijnen. Hij is een man die inzake theologie bij uitstek deskundig is en het is voor mij buiten kijf dat hij het schreef zoals hij debatteerde, met een deugdelijke bewijsvoering, niet met scheldwoorden.

En al keurde ik af dat Luther werd tegengewerkt met veel lawaai en gekonkel, ik zou toch heel graag willen dat hij werd weerlegd aan de hand van getuigenissen uit de Heilige Schrift en met sluitende redeneringen. Ook al kent men aan de pauselijke bul het grootste gewicht toe, toch zou dit meer indruk maken op de ontwikkelde en zelfs op de meest talentvolle mensen. Probeer dus de man ertoe te brengen dat hij niet langer weigert het te drukken. Mijnerzijds zal ik voor zover in mijn vermogen ook hetzelfde proberen. Het ga u goed.

Leuven, de dag van Sint-Andreas, 1520

2. Dirk Martens.

3. Het bedoelde werk zal kritiek op Luther hebben bevat (vgl. brieven 1164 en 1165).