De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 86]
| |
1154 Van Arkleb van Boskovice
| |
[pagina 87]
| |
wat ook door u het meest heilzaam en noodzakelijk bevonden mocht zijn, uw beslissing en maakt u uiteindelijk ook in onze streken de maatstaf voor de christelijke vroomheid duidelijk. Ik zou graag zien dat u zich ervan overtuigd hield dat mijn landgenoten, tot welk oordeel u dan ten slotte ook gekomen bent, u daarin moeiteloos en graag zullen volgen en dat op hoger waarde schatten dan wanneer iemand hen confronteert met decreten zelfs van de paus of ongeacht welke menselijke bliksems in de vorm van banvloeken. De boeken en andere geschriften van Maarten Luther zijn hier algemeen verspreid en men leest die samen met de boeken van u. Het is ongelooflijk hoezeer deze bij iedereen in de smaak vallen. Ze worden bijna uitsluitend veroordeeld door lieden die veinzen aan geestelijk toezicht en al te strikte leefregels de voorkeur te geven. En omdat grootse zaken altijd wel ergens ongenoegen opwekken, worden ze toch door sommige mensen nog steeds genegeerd. Hoewel die massa de leer noch de gedachtegang van de eerbiedwaardige man goed heeft begrepen en zich zodoende in een soort onbekookte woede laat meeslepen en hem nu ook nog het misdrijf ketterij voor de voeten werpt. Maar heeft hij niet terecht nog zeer onlangs die papistGa naar voetnoot3. alle hoeken van de kamer laten zien? Zoals hij anderen met dezelfde denkbeelden al eerder onder handen had genomen. En als het mocht gebeuren, zoals je hier wel hoort verluiden, dat hij zonder vorm van proces wordt veroordeeld, wat hopelijk niet het geval is, is het voor iedereen toch wel duidelijk dat zijn boeken en leer niet zijn tegen te houden en door niemand als gevolg daarvan minder hoog aangeslagen zullen worden; dat integendeel daardoor zelfs eerder een grote kans bestaat dat zich tal van ernstige ongeregeldheden gaan voordoen. Je weet maar nooit of die zich op enig moment van de weeromstuit niet ook tegen de aanstichters zelf richten. Want reken maar, dat Luther over vrienden beschikt. Hier blijft overal hardnekkig het verhaal rondgaan dat onze geleerden bewust de loze geruchten en ook de meest dwaze verzinsels laten passeren en gedogen, maar dat, als iemand de waarheid van het Evangelie en de wet Gods op zuiverdere wijze uiteenzet, hij per saldo bij iedereen voor een weerzinwekkend individu doorgaat en dat hij echter bij uitstek als persona non grata geldt bij diegenen die het gepretendeerde geestelijk toezicht als een wat te persoonlijk eigendom voor zich opeisen. Geve de almachtige God, bid ik Hem, dat uw zaad, dat, als God wil, in goede aarde valt, zich van dag tot dag vermenigvuldigt en de vrucht draagt | |
[pagina 88]
| |
waartoe het is voorbestemd. Gaat u toch verder zoals u bent begonnen en schrijf wat naar uw oordeel het beste is om te doen, strooi het uit en wees elkander behulpzaamGa naar voetnoot4. om zo Christus' zaad, dat platgetrapt en verstikt is, dankzij uw aansporingen te laten opschieten.Ga naar voetnoot5. Dit hebt u tot op heden zo gewetensvol gedaan; geef het dan ook niet op in de toekomst, vraag ik u. Uw inspanningen zullen immers niet vruchteloos blijven, omdat u om te beginnen in de ogen van de mensen onsterfelijke roem verwerft en binnen afzienbare tijd het loon ontvangt dat uw inspanningen verdienen. Rest mij nog u te vragen dat u mij het idee om u te schrijven niet kwalijk neemt en zo welwillend mogelijk opvat. Ik heb dit uitsluitend zo gedaan om met u als leermeester en leidsman mijzelf een zo zuiver mogelijk oordeel te kunnen vormen en om daarvoor vervolgens naar beste vermogen de aandacht van anderen te vragen. Als u mij in antwoord hierop iets wilt schrijven - wat ik u echter wel verzoek - zoudt u uw brief naar de Fuggers in Augsburg kunnen sturen, want vandaar zal hij Wenen en vanuit Wenen mij gemakkelijk bereiken. Inmiddels, voortreffelijke en uiterst godvruchtige vader, beveel ik mij in uw gebeden aan. Het ga u goed. Ten kastele Znojmo Arkleb van Boskovice en Czernahora,Ga naar voetnoot6. heer van Vranov, gouverneur van het markgraafschap Moravië; eigenhandig geschreven |
|