1141a Aan Jan Dirksz van der Haer
Leuven, 9 september [1520?]
Hartelijk gegroet. Meer dan gewone vriend, je brief deed me nog meer genoegen, omdat hij na een lange tussentijd kwam en zo de herinnering aan onze vriendschap weer tot leven wekte. Ook als de studie een bezoek aan Holland zou toelaten, weerhoudt me toch de winter die in aantocht is. Overigens zou ik dolgraag die schitterende bibliotheek van je willen zien.Ga naar voetnoot1. Gerard gedroeg zich tegenover jou echt als een dichter.Ga naar voetnoot2. Ik houd me nu juist volop bezig met het bevorderen van de studie; hoewel zich de gemeenste samenzweringen voordoen tegen Luther en Reuchlin en het mij niet ontgaat dat ze het regelrecht gemunt hebben op alle literatuur. Het ga je goed, mijn allerdierbaarste Jan.
Leuven, 9 september
Erasmus, van harte de jouwe
Aan de kanunnik Jan Dirksz, mijn bijzondere vriend. Gorinchem