1130 Aan Jan van Merleberghe
[Leuven, ca. 1518-1520]
Erasmus van Rotterdam aan Jan Merleberghe uit Diest, kanunnik van het kapittel van Sint-Maarten te Leuven
Het gedicht is geschreven in catalectische trocheïsche tetrameters.Ga naar voetnoot1. Neem van elke versregel de eerste letter en de laatste bij de cesuur, die door een schuine streep wordt gemarkeerd, vervolgens de eerste en de laatste van de tweede helft en zo ook bij de rest, en u krijgt, zoals door u gewenst, iohannes merliberch diest.Ga naar voetnoot2.
Door de tomeloze horzel van haar liefde gestoken, goot deze gelukzalige vrouw
nardusolie uit, waste zijn voeten met tranen,
droogde deze daarop met heur haar. En kijk: de koning des hemels, die eens
de bekoringen verachtte en weerstond, wordt door haar attenties
diep getroffen. Door de listen - ach! - van de boosaardige Satan
is Eva gevallen; deze vrouw, nat van tranen, wast onze schulden weg.
Om u een plezier te doen heb ik mij liever aan deze malligheid bezondigd dan als onvriendelijk over te komen. Bij deze stuur ik u ook nog de drie Magdalena's van de hand van Jacques Lefèvre d'Étaples.Ga naar voetnoot4. Het ga u goed, waarde heer, en gedenk ook mij af en toe in uw gebeden.
Erasmus