De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 8. Brieven 1122-1251
(2011)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
1127a Aan Maarten Luther
| |
[pagina 33]
| |
in groten getale ontsproten aan de boeken van Erasmus. Een van de aanwezigen was Thomas More, die hem vroeg passages te noemen die volgens hem ketters waren. De dwaas begon op zijn vingers te tellen: ‘In de eerste plaats ontkent hij de opstanding. Vervolgens hecht hij geen enkele waarde aan het sacrament van het huwelijk. Ten slotte staat hij afwijzend tegenover de eucharistie.’ Hoewel de koning en koningin verontrust reageerden, prees More hem om zijn heldere uiteenzetting: hij hoefde niets anders meer te doen dan de afzonderlijke punten te bewijzen. Hij beloofde dat te doen. Hij zei: ‘Waar onze lezing luidt: “Allen zullen wij herrijzen”, leest Erasmus: “Niet allen zullen wij ontslapen”. Hij ontkent dus de opstanding.’ Het antwoord van More op deze nonsens was zo helder, dat zelfs leken het konden begrijpen en de domme man met een mond vol tanden stond. Uiteindelijk vond hij deze uitweg: hij zei dat Hieronymus de lezing die nu gangbaar is, had hersteld uit het Hebreeuws, in de waan dat die brieven in het Hebreeuws waren geschreven. Toen hij hopeloos in het nauw werd gedreven door een zekere theoloog,Ga naar voetnoot7. kreeg de koning medelijden met de bisschop. Zich afwendend maakte hij een eind aan de discussie. Als dit soort dingen tijdens een feestmaal werden gezegd, zou je al denken dat het onzin was. Wanneer ze nu datzelfde met zoveel arrogantie zeggen in aanwezigheid van de machtigste vorsten en de grootste geleerden, gelooft niemand dat ze een kruimeltje gezond verstand hebben. Ik kan je heel wat van dit soort verhalen vertellen. De theoloog Jan Turnhout weerlegt al sinds enkele maanden je stellingen, maar zonder je reputatie aan te vallen. Latomus is nu met hetzelfde bezig, maar kan niet nalaten af en toe uit te barsten in beschimpingen. Ik ben niet de persoon, mijn beste Luther, om je van advies te dienen, maar als je zonder pardon alle filosofie van de hand wijst, krijg je niet alleen te maken met alle universiteiten, maar ook met alle oude schrijvers, zelfs met je geliefde Augustinus, bij wie je graag houvast zoekt. Zelfs als de filosofie zonder pardon verworpen moet worden, is het evenwel onverstandig alles in één keer te willen. Het is beter de staart van het paard haar voor haar uit te trekken.Ga naar voetnoot8. Ik wens jullie universiteit geluk met de rust daar; maar we moeten zorgen dat die rust permanent is en verder met veel, ja, zo mogelijk alle universiteiten gedeeld wordt. Het valt niet te beschrijven hoeveel er overal wordt samengezworen tegen de grondleggers van de nieuwe leer, want die term gebruiken ze. Alle hoven van koningen hebben ze in hun greep. Wat zich voordoet aan het hof van de Franse koning, laat zich makkelijk raden, omdat Guil- | |
[pagina 34]
| |
laume Petit, van de orde der predikheren, het daar voor het zeggen heeft. Bij ons is Hoogstraten niet de enige. De Engelse koning is een rustige en vriendelijke man, maar toch luistert hij dagelijks naar lieden zoals ik zojuist beschreef. Hij vroeg wat ik van jou vond. Ik zei dat ik, met mijn beperkte opleiding, over een zo geleerd man als jij geen uitspraak kon doen. Hij had graag gewild dat je bij het schrijven van bepaalde dingen omzichtiger en tactvoller te werk was gegaan. Dat is, mijn beste Luther, tevens de wens van mensen die je goed gezind zijn. Het is geen geringe zaak deze lieden te provoceren, die zich niet laten overweldigen zonder dat het grote beroering met zich meebrengt. Mijn angst voor dit soort beroering is nog groter, omdat ze, eenmaal losgebarsten, vaak een andere kant opgaat dan de bedoeling was. Als iemand de zee binnenlaat, is hij niet bij machte de waterstroom in bedwang te houden. Als beroering onvermijdelijk is, wil ik liever dat iemand anders dan ik daarvoor verantwoordelijk is. Toch zal ik me niet tegen je ideeën verzetten, want ik wil niet dat ik me, als ze door Christus' geest worden ingegeven, tegen Hem verzet. Dit is het enige wat ik van je vraag: verwerk mijn naam en die van mijn vrienden niet in je publicaties op een manier die haat opwekt, zoals je deed in je reactie op de veroordeling door Leuven en Keulen.Ga naar voetnoot9. Want op die manier ontneem je hun de mogelijkheid om je te helpen, aangezien je mensen verdacht maakt aan wie je meer had als hun reputatie onaangetast was. Die lieden grijpen alles aan om ons in opspraak te brengen bij de vorsten. In Engeland klaagden ze me aan omdat ik het pamflet Julius exclusus geschreven zou hebben.Ga naar voetnoot10. Een tijdje geleden stuurden ze de bisschop van Luik mijn brief aan jou zoals hij in Leipzig was gedrukt, met zijn naam erin.Ga naar voetnoot11. Toen wist ik de man zo goed en zo kwaad als het ging weer gunstig te stemmen. Kort geleden kwam dezelfde brief de paus van Rome onder ogen, die behoorlijk kwaad werd op de Luikse bisschop omdat hij sympathiseerde met een tegenstander van de stoel van Rome, terwijl de bisschop toch op zoveel manieren door hem begunstigd werd. Hij heeft zijn zinnen gezet op een abdij, op het aartsbisdom Valencia en misschien zelfs wel een kardinaalshoed. Zulke mensen hebben de gunst van de paus nodig. Mijn | |
[pagina 35]
| |
vriend Girolamo Aleandro had hem over deze kwestie een onaangename en zelfs vijandige brief geschreven.Ga naar voetnoot12. Ook deze keer wist ik de man zo goed en zo kwaad als het ging weer gunstig te stemmen. Nu hebben ze de brief gedrukt waarmee ik gepoogd heb de kardinaal van Mainz, die volgens de berichten verschrikkelijk boos op je was, milder te stemmen.Ga naar voetnoot13. Op wiens advies ze dat doen, weet ik niet. In elk geval bezorgen ze mij last en helpen ze er jouw zaak ook niet mee. Genoeg getwist met EckGa naar voetnoot14. en ook met de anderen. Ik zou willen dat je een gedeelte uit de Heilige Schrift behandelde, zonder bijmenging van emoties. Misschien zal al dit kabaal intussen verstommen. Je commentaren op de psalmenGa naar voetnoot15. zijn me overhandigd, maar pas na zes maanden. Ik heb ze nog niet allemaal gelezen, maar wat ik las, vond ik heel goed. Doe Melanchthon namens mij de groeten (ik heb hem pas geleden geschreven), en ook je kameraad Karlstadt. Het ga je goed, mijn dierbare broeder in de Heer. Leuven, 1 augustus Aan de eerwaarde vader Maarten Luther, uitnemend theoloog |
|