1123 Aan Petrus Mosellanus
Leuven, 31 juli 1520
Erasmus groet Petrus Mosellanus
Uw schrijvenGa naar voetnoot1. waarin u zich erover beklaagt dat uw briefGa naar voetnoot2. gepubliceerd is, heb ik ontvangen. Ik van mijn kant betreur evenwel niet alleen de publicatie van deze brief; de bijval van zekere Duitsers bezorgt mij meer last dan de vijandige gezindheid van mijn tegenstanders. Waarvoor was het nu toch nodig de brief die ik aan de aartsbisschop van Mainz had geschreven, publiekelijk te verspreiden?Ga naar voetnoot3. Onze tegenstanders, die alles verheimelijken en in het geniep bekonkelen, zijn verstandiger dan wij; wij houden niets verborgen. Ik ben nu bezig met een tweede uitgave van alle brievenGa naar voetnoot4. om te voorkomen dat iemand deze opnieuw afdrukt zoals ze nu gedrukt zijn; bepaalde zaken laat ik weg, in andere druk ik me wat milder uit. De aan Luther geschreven brief die ze daar bij u gepubliceerd hebben, is aan Leo toegespeeld; ze hebben diverse passages gekopieerd voor andere mensen om die tegen mij op te zetten. Wie leerde deze onverlaten zo bekwaam te konkelen? Ik wens u geluk met uw nieuwe waardigheidGa naar voetnoot5. en ik ben blij dat het u financieel beter gaat. Dat van Oecolampadius wist ik uit een brief van hemzelf.Ga naar voetnoot6. Aan uw vorstGa naar voetnoot7. zal ik schrijven als ik daar de tijd voor vind.
Ik tref voorbereidingen om naar Duitsland te vertrekken. Lee liet niets onbeproefd om mij onderuit te halen, maar gelukt is hem niets: in Engeland is er geen fatsoenlijk mens die niet op mijn hand is. In uw eerdere brief leek