De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 7. Brieven 993-1121
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1082 Aan Hermann von Neuenahr
| |
Erasmus van Rotterdam aan de hooggeboren heer Hermann, graaf van Neuenahr, kanunnik te Keulen, gegroetU moet wel de lieveling van alle goden zijn, hoogedele graaf, dat zij u behalve met adeldom en weelde bovendien hebben begiftigd met een zodanige geest dat u niets liever doet dan uw geslacht en fortuin te verrijken met de ware, eeuwige sier van rechtschapenheid en literaire beschaving. Wat een geluk voor u dat u bij uw voortreffelijke initiatieven in alle opzichten de wind en de stroom mee hebt. Uw burcht is voorwaar Apollo's verblijfplaats, uw woud de muzen toegewijd - een woud waarin u, naar het voorbeeld van de neef van Plinius,Ga naar voetnoot1. voortdurend op jacht gaat, maar nooit zonder boeken, zodat u, als Artemis u niet begunstigt, dankzij Philologia toch niet met lege handen huiswaarts keert. Ik zou u waarachtig benijden om dit ronduit goddelijke leven, als u mij niet zo dierbaar was dat ik al het goede dat u te beurt valt, evenzeer als het mijne beschouw. U verlangt op uw beurt te weten hoe het er hier aan toe gaat. Welnu, de | |
[pagina 241]
| |
strijd van de bedeltirannen tegen de muzenvrienden woedt hier nog in alle hevigheid. Wat een lang woord,Ga naar voetnoot2. zult u zeggen, maar in vergelijking tot de zaak zelf is het woord bijzonder kort, want die lui krijgen er nooit en te nimmer genoeg van tegen de betere soort geleerdheid te blaffen. En jij dan, zult u vragen. Ik, de oude voorvechter en prediker van rust en vrede, ben op de vuist gegaan en deel rake klappen uit, maar krijg er op mijn beurt ook terug. Ongetwijfeld roept u nu uit: ‘Arme ziel!’, maar dat zou u des te meer doen als u wist met welk monsterGa naar voetnoot3. het lot me heeft opgezadeld. Dit zal zijn boek u echter duidelijk maken, dat wat onkunde en venijn betreft, elk boek achter zich laat dat in de voorbije eeuwen is verschenen. Maarten van Dorp, die u ten zeerste is toegedaan, laat zich kennen als een ware theoloog, want hij heeft zich teruggetrokken uit de partijtwisten en geniet volop van de beste soort studie. Terwijl anderen er op los schreeuwen, declameert Luis Vives met grote ijver, een oud genre nieuw leven inblazend, want zoals u weet ontbrak dit onderdeel van de geleerdheid tot op heden zelfs in Italië. Onze Vives doet die eer nu zijn Spaanse vaderland aan. Dat land telde lang geleden mannen die zowel op dit gebied als in andere genres uitblonken, met name Seneca en Quintilianus, maar zij leefden te Rome. Die eer eist Vives nu op voor zijn geboortestad Valencia, zodat deze zich niet langer alleen wat haar naam betreft met Rome kan meten.Ga naar voetnoot4. Zoals schreeuwen heel gemakkelijk is, zo is redevoeringen houden, naar het mij voorkomt, buitengewoon moeilijk, zeker op de manier waarop hij het doet, als u vindt dat aan mijn oordeel enig gewicht toekomt. Hij legt zoveel vaardigheid aan de dag dat als men de auteursnaam op het titelblad zou weglaten, men zou menen dat zijn werk niet uit dit land of uit deze eeuw afkomstig is, maar een overblijfsel is uit de gelukkige tijden van Cicero en Seneca. Hij behandelt fictieve onderwerpen, maar op zo'n manier dat men gelooft dat ernstige zaken op het spel staan. Hij verdedigt tegengestelde zienswijzen met zoveel overredingskracht dat hij doordrongen lijkt van zijn gelijk voordat hij anderen overtuigt. Hij is een meester in de kunst, maar weet zijn kunstgrepen zo te maskeren (wat een belangrijk onderdeel is van de kunst, zoals u weet) dat men niet in de gaten heeft dat hij ze toepast. Nooit verliest hij zich in gemeenplaatsen, nooit wijkt hij af van de zaak waarom het gaat. Men zou geloven dat hij tegen de klok staat te pleiten voor een vriend wiens leven wordt bedreigd. Van de scherpzinnigheid waar- | |
[pagina 242]
| |
mee hij argumenten vindt en ontwikkelt, sta ik inmiddels niet meer te kijken, want hij heeft zich lange tijd met groot succes beziggehouden met bijna alle onderdelen van de wijsbegeerte; zo krachtig is zijn wonderbaarlijk veelzijdige talent, waar hij zich ook op richt. Toen hij zich nog op die subtiele, maar van welsprekendheid gespeende wetenschappen toelegde, was er niemand die scherper redeneerde of zich spitsvondiger toonde. Nu wijdt hij zich geheel aan de beschaafdere literatuur, en wel op zo'n manier dat ik in onze tijd nauwelijks iemand ken die ik met hem op een lijn zou durven stellen. Toegegeven dat sommigen Vives evenaren in welsprekendheid, dan nog zie ik niemand in wie zoveel welsprekendheid gepaard gaat met een zo grote filosofische kennis. Hij is gezegend met een trefzeker, helder en levendig verstand, een buitengewoon scherp geheugen en een onvermoeibare leergierigheid, en is nog altijd in zijn jonge jaren. Op grond hiervan mogen we grootse en bijzondere dingen van hem verwachten. Ik hoop dat velen in de toekomst zijn schitterende voorbeeld zullen volgen, maar of ze op gelijke hoogte zullen komen, betwijfel ik. Als u de hoogeerwaarde heer kardinaal de CroyGa naar voetnoot5. een warm hart toedraagt - wat u ongetwijfeld doet, als u tenminste degenen goed gezind bent die de schone letteren van harte steunen - dan zult u hem stellig gelukkig prijzen met een dergelijke huisleraar. Brengt u mijn groeten over aan Gerhard Bischof.Ga naar voetnoot6. Ik bid voor hem dat hij eens mag worden wat hij dagelijks wordt genoemd. Antwerpen, 1520 |
|