1064 Aan Johann Oecolampadius
[Leuven, ca. februari 1520]
Onderstaande tekst is een fragment uit een brief van Bernhard Adelmann aan Willibald Pirckheimer, geschreven op 4 maart 1520. Adelmann verwijst naar een niet bewaard gebleven brief die Erasmus kort tevoren aan Johann Oecolampadius schreef.
Erasmus schreef onlangs aan onze theoloogGa naar voetnoot1. dat hij klaar is met de parafrase van alle authentieke brieven van Paulus, dat Briart en Colet gestorven zijn, dat Van Dorp zich van harte met hem heeft verzoend en dat Hoogstraten hem in Leuven tweemaal heeft bezocht, waarbij hij er Briart de schuld van gaf dat hij zich tegen Erasmus had gekeerd. Ook schreef hij dat als de magnaten aan het hof het niet voor hem hadden opgenomen, hij door de kliek van monniken en scholastici allang zou zijn gestenigd. Zijn klachten gelden vooral een karmelietGa naar voetnoot2. en een zekere Edward,Ga naar voetnoot3. die ook een weerwoord heeft geschreven op zes van Luthers stellingen.