De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 7. Brieven 993-1121

1034 Aan Ludovicus Carinus
[Leuven? herfst 1519?]

Deze ‘brief’ is een aantekening van Erasmus in een exemplaar van Plinius de Jongere, Epistulae (Venetië, 1508). Dit exemplaar was in particulier bezit toen P.S. Allen de uitgave van de brief verzorgde; de huidige verblijfplaats is onbekend. Boven de tekst schreef Erasmus: ‘Vergilius: Zo groot is de kracht van de gewenning op jonge leeftijd’ (Georgica ii, 272) en (in het Grieks): ‘Spreekwoord: Jonge mensen handelen, volwassenen maken plannen, ouderen bidden’ (Adagia iii, 5, 2).

Erasmus aan Ludovicus Carinus

Ga voort op de ingeslagen weg, beste Ludovicus, en voorzie jezelf van een ondersteuning voor het leven die haar bezitter zelfs niet verlaat als het leven zelf hem verlaat. Wijd je jonge jaren aan de beste zaken en denk eraan dat wat je op prille leeftijd hebt geleerd, op de meest bestendige wijze beklijft en dat geen andere leeftijd zo geschikt is om te leren. Het ga je goed.