De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd987 Van Guillaume Budé
| |
[pagina 329]
| |
zichtig zijn dan ervan beschuldigd te worden de tegenovergestelde fout te maken. Daarmee heeft waarschijnlijk ook je uitspraak te maken, dat we als Kretenzers elkaars kant moeten kiezen,Ga naar voetnoot4. namelijk alsof ik tegenovergestelde ideeën heb, of mezelf er met moeite toe breng met dit streven van jou in te stemmen. Maar door een ongunstig besluit van het lot is het met mij zo gesteld dat ik weliswaar ooit die liefhebbers van barbarij de oorlog verklaarde, en zelfs vol strijdlust de oorlog aanging, maar er niet mee door kan gaan, en me ook niet naar eigen goeddunken kan inzetten voor de goede partij, waarover jij het opperbevel voert: alsof ik bij geen enkele partij hoor, en de ene groep niet steun en de andere niet aanval, ook al haat ik de ene en wil ik het beste voor de andere. Maar wat is dit anders dan als een nutteloze last voor de aardeGa naar voetnoot5. de ouderdom te naderen, alsof je in een theater zit? Verder, wat betreft datgene wat je zo graag wilde weten, wat mijn mening is, zoals je in een briefje schreef:Ga naar voetnoot6. tot mijn schande stemt mijn geweten in. Ik wens alleen dat je ooit te weten zult komen hoe het in mijn ogen staat met het pleidooi van hen die beloofden onze soort studie te zullen verdedigen. Ik zou willen dat je me schreef als de bisschop, die buitengewoon op je gesteld is, je iets heeft gestuurd. Want dat ging buiten mij om - of dat nu goed is of niet. De zaken staan er zo voor dat het volgens mij beter is hier te stoppen met schrijven en tegen je te zeggen: het ga je goed. Parijs, 10 juni |
|