De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992

974 Aan Thomas Ruthall
Antwerpen, 25 mei 1519

Erasmus van Rotterdam groet de zeer eerwaarde vader Thomas, bisschop van Durham

Zeer eerwaarde vader, Aristoteles^1. schrijft dat veel vriendschappen verbroken worden door stilzwijgen. Daarom wilde ik het niet zover laten komen dat ons hetzelfde lot treft, vooral waar het gaat om zo'n goede vriend. Ik zend u de Parafrase op de brief aan de Galaten, met de passage over de berisping van Petrus door Paulus,^2. een plaats die volgens mij nog niet echt door een van de oude schrijvers opgehelderd is. Het ontgaat me niet dat er allerlei praatjes over mij worden rondgestrooid. De liefhebbers van barbarij merken dat de juiste soort studie in opkomst is en daarom laten ze geen steen op de andere; maar met het voortschrijden van de tijd zal de waarheid overwinnen. Dit zou ik Uwe Eerwaardigheid in elk geval willen vragen, dat u niet zo maar de Erasmiomastixen^3. gelooft. Op dit moment verkeren ze door een of ander besluit van het lot in een toestand van razernij, maar binnenkort zullen ze hun dolheid betreuren, zodra ze tot zichzelf gekomen zijn, zoals bij Ajax gebeurde.^4. Het ga u goed, zeer verheven vader, en blijf voor Erasmus de persoon die u altijd was.

Antwerpen, 25 mei 1519

1. Ethica Nicomachea viii, 5, 1; vgl. Adagia ii, 1, 26.

2. Galaten 2:11-14; vgl. brief 956.

3. Vgl. Homeromastix (‘gesel van Homerus’) als aanduiding van iemand die het werk van Homerus bekritiseerde.

4. Ajax was tot razernij vervallen nadat Odysseus de wapenrusting van Achilles had verworven.