De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 289]
| |
964 Aan Hendrik VIII
| |
[pagina 290]
| |
wedijveren - paus Leo, de Franse koning François, de katholieke koning Karel, de doorluchtige Schotse koningGa naar voetnoot4. -, verdient toch Uwe Majesteit naar mijn mening alleen al hierom het voornaamste deel van de roem, omdat vooral door uw initiatief, aansporing en wijsheid deze zaak in gang gezet is en geleid wordt. Hoewel de paus immers, overigens zeer verlangend naar vrede, slechts onderhandelde over een vijfjarige wapenstilstand tussen enkele vorsten, heeft Uwe Hoogheid, met uiterst strikte verdragen, een naar men hoopt eeuwige vrede tot stand gebracht tussen zo vele vorsten, de machtigste van de gehele wereld.Ga naar voetnoot5. Wat een werkelijk koninklijke geest, wat een verheven houding, een christelijk vorst bij uitstek waardig! Hoewel geen andere koning beter met alle mogelijke middelen tot de oorlog is uitgerust, richt u toch al uw streven en al uw krachten op het herstel van de wereldvrede. In uw wijsheid ziet u immers in dat niets verderfelijker is dan dat de christelijke volkeren elkaar te lijf gaan met plundering en strijd, en ook dat niets de christelijke gemeenschap zo vreeswekkend maakt in de ogen van de vijanden van onze religie, als eendracht tussen vorsten en volkeren. Deze houding evenwel hebt u geenszins voor de gelegenheid aangenomen, maar ligt beslist in uw aard. Daarvoor is alleen dit al voldoende bewijs: in de oorlog met Frankrijk,Ga naar voetnoot6. die u weliswaar tegen uw zin, maar ten behoeve van het christelijk geloof was begonnen, getuigde uw gedrag van zoveel welwillendheid en mildheid, dat het voldoende duidelijk was dat de vrede u dierbaarder was, als niet het gevaar dat dreigde voor de gehele wereld en de christelijke kerk u tot de strijd had geroepen of, liever gezegd, gedwongen. Maar daarmee niet tevreden gesteld, streeft u ernaar de vrede, die dankzij uw wijsheid en gezag verworven is, te sieren met taken die haar passen, opdat zij niet lui of nutteloos lijkt, of een leermeesteres van weelde en verdorven genoegens. Roversbenden, waarvoor tot nu toe niets veilig was in Engeland, legt u met buitengewone strengheid aan banden,Ga naar voetnoot7. misdadigers ruimt u uit de weg, u bevrijdt uw rijk van nutteloze landlopers, de goede wetten laat u weer van kracht zijn, de nutteloze schaft u af en u stelt er heilzame voor in de plaats. U bevordert de studie van de beste literatuur; u herstelt de godsdienstige discipline, bij iedereen, maar in het bijzonder bij de | |
[pagina 291]
| |
monniken en geestelijken, in het besef dat vooral bij hen vandaan reinheid óf bederf van de zeden doorsijpelt naar het volk. Daarbij probeert u duidelijk op alle mogelijke manieren ervoor te zorgen, dat diegenen bijzondere eer ontvangen die het meest uitmunten, hetzij in reinheid van zeden, hetzij in uitnemende geleerdheid, hetzij - wat het mooist, maar ook het zeldzaamst is - in beide. U bent van mening dat deze parels een veel beter sieraad voor uw rijk zijn dan welke trofeeën of triomfbogen ook. Van dit alles bent u niet alleen de bedenker en de instigator, maar ook het voorbeeld, want u verkondigt het niet alleen, maar laat het ook zien, ja, uzelf brengt meer ten uitvoer dan u anderen voorschrijft. Het gezag van een koning die beveelt heeft gewicht en effect, maar onuitsprekelijk veel meer effect heeft het gezag van een koning die ten uitvoer brengt wat hij beveelt en zijn leven lang een demonstratie geeft van zijn eigen wetten. De wetten vormen voor u geen bedreiging, en toch, wie zelfs onder de gewone burgers neemt beter de wetten in acht dan u? Wie is onkreukbaarder? Wie houdt zich beter aan verdragen? Wie is standvastiger in de vriendschap? Wie is meer gehecht aan wat redelijk en rechtvaardig is? Welk huis van uw onderdanen laat zo'n duidelijk voorbeeld zien van een eerbaar en harmonieus huwelijk? Waar zou men een echtgenote vinden die er meer op uit is haar voortreffelijke echtgenoot te evenaren?Ga naar voetnoot8. Welke particuliere woning, ja, welk college, welke universiteit, waar dan ook, is meer gezegend met mensen die uitmunten in een onberispelijke levenswandel en uitzonderlijke geleerdheid, dan uw hof? De oude dichters vertelden verhalen over iets als een gouden eeuw. Maar wanneer Uwe Hoogheid op deze wijze handelt, wat anders (is mijn vraag) laat u terugkeren dan een werkelijk gouden eeuw, als er tenminste ooit een was? Iets dat zo moeilijk te verwezenlijken is slaagt onder uw leiding zo goed, dat er geen twijfel bestaat of het gebeurt met instemming van de goden. Welke streek op aarde wenst Engeland geen geluk, als ze aan dezelfde kant staat, of is jaloers, als ze vijandig gezind is? Welk koninkrijk op de hele wereld is op dit moment vermaarder en bekender? Zonder twijfel is het de gezindheid van de koning die een rijk vermaard maakt of aan de vergetelheid prijsgeeft. Met wat voor boeken, in wat voor talen zal het nageslacht eens bekendheid geven aan het feit dat Engeland onder Hendrik viii, een vorst als het ware daartoe naar de aarde gezonden, een zo grote bloei kende van alle soorten deugden, dat het zelfs herboren zou kunnen lijken! Hij maakte het land zo rein van zeden dat zelfs Marseille het tot voorbeeld voor burgerlijke discipline zou kunnen nemen;Ga naar voetnoot9. hij maak- | |
[pagina 292]
| |
te het zo invloedrijk op het gebied van vroomheid, dat het zelfs voor Rome een leermeesteres in vroomheid zou kunnen zijn; hij zorgde dat het zo overliep van geleerden in elke soort van wetenschap, dat Italië jaloers zou kunnen zijn - als het niet zo was dat wedijver op het gebied van studie geen naijver kende; ten slotte bezat het een zodanig vorst dat het voor alle vorsten in de toekomst een richtsnoer kan zijn bij het regeren. Lieve hemel! Dat is pas een koninkrijk zijn, dat is pas handelen als een koning, dat is een vorstelijk hof hebben! Ooit gruwde ik van de hoven van koningen, wegens een werkelijk intense liefde voor de literatuur en de zoete smaak van vrij te besteden uren. Nu evenwel, wanneer ik bij mezelf overweeg welk een vorst en leider het Engelse hof heeft, wat voor koningin, wat voor hoogwaardigheidsbekleders, wat voor raadgevers, wat voor beambten, popel ik van verlangen me naar een dergelijk hof te begeven. Ik zou me ook niet schamen voor deze ambitie, als mijn gezondheid, die al zwakker wordt, meer nog dan bij mijn leeftijd past, me het niet ontraadde; er is trouwens volstrekt geen reden om op dit punt te vrezen voor een slechte naam omdat ik te ambitieus zou zijn, omdat ik ook nu, op niet te versmaden voorwaarden, daartoe door meer dan een koning word uitgenodigd. Inderdaad, ik ben geen echte, maar een aangenomen zoon van Engeland; en toch, wanneer ik bij mezelf overweeg hoeveel jaren van mijn leven ik daar heb doorgebracht, hoeveel mecenassen ik aan haar te danken heb, hoeveel uitnemende en trouwe vrienden, hoeveel van mijn fortuin (indien al aanwezig), ben ik haar niet minder dankbaar voor deze zegeningen dan wanneer ze me ter wereld had gebracht. Maar ondertussen heb ik niets gezegd over uw schitterende gaven op lichamelijk en geestelijk gebied, die we eerder aan God en de natuur te danken hebben dan aan onze werkzaamheid;Ga naar voetnoot10. en toch resulteren ook deze goede dingen in geluk voor de staat, als ze een goed vorst ten deel vallen. Verder, ook al oogstte de literatuur al enkele eeuwen niet veel lof bij koningen, toch zal Uwe Majesteit weten te bereiken dat in het vervolg, zoals koningen zich ooit konden onderscheiden door uit te blinken in geleerdheid, het prachtig gevonden zal worden als een vorst geletterd is. Uw kwaliteiten zullen voorgoed een einde maken aan het oude sofisme, waarmee sommigen beweren dat de daadkracht van een koning verslapt door belangstelling voor de literatuur. Immers, heeft zich onder de ongeletterden ooit iemand voorgedaan die bekwamer was dan u in het vervullen van ook maar enige taak die voortvloeit uit het koningschap? Die meer gespitst was op het bedwingen van de misdaad? Die meer inzicht toonde bij beslissingen? Die een scherpere blik had bij voorspellingen? Die eerder klaarstond om een taak te aanvaarden? En | |
[pagina 293]
| |
toch heeft Uwe Majesteit in de literatuur, waarmee u in het verleden met succes kennismaakte, zulke vorderingen gemaakt (misschien niet door veel studie, maar dankzij een buitengewoon gelukkige aanleg), dat uw bezonnenheid en scherp verstand zelfs bij de meest geleerde theologen verwondering wekken. Immers, in de discussie die Uwe Majesteit onlangs voor uw genoegen aanging met een uiterst scherpzinnig en tegelijk zeer geleerd theoloog, waarbij u de stelling verdedigde dat van leken geen gebed vereist mag worden behalve het gebed dat door het denken van de geest tot God spreekt - lieve hemel, hoe bedreven toonde u zich! Wie had iets scherpzinnigers kunnen bedenken, fermer een conclusie kunnen trekken, een eleganter betoog kunnen ontvouwen? Bij al uw kwaliteiten en al wat u eer verschaft komt nog, als een soort kroon op het werk, dat niemand zich beminnelijker betoont bij een ontmoeting dan u, niemand minder trots of hooghartigheid tentoonspreidt; tegelijkertijd echter met behoud van een koninklijke waardigheid, zo vaak als de situatie dat vereist. Ooit werden heersers over de aarde, zoals Horatius schrijft,Ga naar voetnoot11. door Olympische overwinningen omhoog gevoerd naar de goden. Ooit werden zij die op lovenswaardige wijze het rijk hadden bestuurd, met een plechtige ceremonie opgenomen onder de goden. Dit zijn daden die werkelijk onsterfelijk maken; zo stijgt men op tot de sterren. Geleerden zullen met inzet van hun talent, dat u op zoveel manieren eerde en bevorderde, niet dulden dat de herinnering aan uw kwaliteiten door het voortschrijden van de tijd in vergetelheid zal raken. Zowel de Griekse als de Latijnse welsprekendheid zal, uit dank voor uw verdiensten jegens haar, altijd verkondigen dat er in Engeland een zekere Hendrik viii leefde, die, geheel alleen, de gaven en roemrijke daden van zoveel helden in herinnering bracht door die van hem: het enthousiasme voor de literatuur van Ptolemaeus Philadelphus,Ga naar voetnoot12. het succes van Alexander de Grote, de minzaamheid van Philippus,Ga naar voetnoot13. de onoverwinnelijke geestkracht van Caesar, de bezonnenheid van Augustus, de zachtzinnigheid van Trajanus, de rechtschapenheid van Alexander Severus, de kennis van Antoninus Pius, de vroomheid van Theodosius, en al wat er verder (naar we lezen) aan opvallende eigenschappen bij afzonderlijke personen uit de oudheid aanwezig was. We bidden dat God, die deze talenten geschonken heeft, wil dat ze tevens u en de uwen zegen en geluk brengen, en dat Hij, die deze bezieling gaf, haar tevens door zijn gunst bevordert en succesvol maakt. Ik wist wel dat het vrij ongelegen zou komen dat ik Uwe Majesteit, toch | |
[pagina 294]
| |
al druk bezet, met dit soort beuzelingen stoorde. Maar mijn vurig verlangen om een gelukwens te uiten kreeg de overhand toen ik uit de absoluut betrouwbare verhalen van verschillende mensen had begrepen wat voor tijdperk er zal aanbreken dankzij uw voortreffelijkheid. Tegelijk ook besloot ik een bewijs te geven dat ik uw goedgunstigheid jegens mij, die u niet alleen in woorden maar ook metterdaad hebt laten blijken, niet vergeten ben. Dat Uwe Doorluchtige Majesteit zou willen toestaan, smeek ik u, dat onder al die uitnemende mannen, wier talent luister en steun ontleent aan uw verhevenheid, en wier geschriften omgekeerd het aanzien van uw gevolg vergroten, ook deze Erasmus wordt opgenomen, wat hij ook waard is. De grote en almachtige Christus moge u bewaren, in goede gezondheid en met behoud van uw kracht. Antwerpen, 15 mei 1519 |
|