960 Aan Maarten Lips
[Leuven, ca. maart-mei 1519]
Maarten Lips van Brussel wordt hartelijk gegroet door Erasmus van Rotterdam
Lee gaat met je om zoals een wolf met een lam. Ik heb Lee al enkele maanden niet gezien, laat staan dat ik me bij hem beklaagd heb. Had hem maar niet de rest van de brieven gegeven! Je had immers een willekeurig excuus kunnen bedenken. Denk erom dat je listig te werk gaat; uit mijn mond komt hij niets te weten; ik vertrouw hem minder dan een boze geest. Die aardige brief heeft hij alleen maar geschreven om je nog meer om de tuin te leiden. Dat van de apologie is niet waar;Ga naar voetnoot1. die heeft integendeel de goedkeuring van Atensis en is te koop. Ik stuur je er een exemplaar van. Het is in deze tijden het verstandigst niemand te vertrouwen en tegenover niemand iets los te laten. Het ga je goed.