De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 270]
| |
957 Aan Guillaume de Croy
| |
[pagina 271]
| |
schoots ten deel, viel u op tijd ten deel, waardoor u ook zelf lange tijd van uw zegeningen kunt genieten en veel kunt betekenen voor een grote groep mensen. Want afgezien van een goed verstand en een lichaam precies gemodelleerd en gevormd voor het in praktijk en ten uitvoer brengen van deugdzaamheid, bent u enerzijds door de bijzonder milde goedgunstigheid van de paus, anderzijds door de meer dan vaderlijke liefde van uw oom, de illustere vorst van Chièvres,Ga naar voetnoot4. overladen met zoveel gezag, zoveel waardigheid, zoveel rijkdom, dat er nauwelijks nog iets te wensen is en er geen hoge waardigheid meer rest behalve die slechts één zich kan wensen.Ga naar voetnoot5. Daarom moeten anderen met allerlei moeilijkheden worstelen als ze willen opstijgen tot de top van het geluk; omdat in uw geval al het andere in ruime mate voorhanden is, rest u niets dan één enkel streven en één enkele zorg, namelijk dat u doet wat u doet, dat u zich sieraden van de geest verwerft die passen bij de hoogte van die positie. Alleen die worden niet door de goedgunstigheid van de natuur of de mildheid van de fortuin geschonken. Ze behoren gekocht te worden met zweet en inspanning; het was de wil van de goden dat deze handelswaar voor geen andere prijs voor stervelingen te koop zou zijn, zelfs niet voor monarchen en satrapen. Want wie de kroon op iemands hoofd plaatst, diezelfde persoon geeft niet het karakter erbij dat een koning past. Illustere afkomst of de gunst van het volk kan iemand aan de macht brengen, maar niet het inzicht geven dat past bij die positie. Als dat evenwel ontbreekt, legde degene die het ambt opdroeg, een last op, geen waardigheid. Dan pas is sprake van bewonderenswaardige en uitnemende waardigheid, als de sieraden van de natuur en de fortuin op zo'n manier de gaven van de geest glans verlenen, dat ze vervolgens weer aan die gaven van de geest glans ontlenen - nee, zo mogelijk in hun schaduw komen te staan. Iemand is pas werkelijk een groot man als hij dat ook nog is als hem zijn kroon ontnomen wordt. Voor velen vormt onaanzienlijke afkomst of een benarde situatie thuisGa naar voetnoot6. een belemmering om zich omhoog te werken tot uitzonderlijke verdiensten, die slechts weggelegd zijn voor enkelen: de lievelingen van een genadige Jupiter.Ga naar voetnoot7. Of als ze zover komen, zijn ze niet in dezelfde mate in staat anderen door weldoen te steunen. Maar als zich iemand voordoet in wiens ene persoon de hele rij goede dingen waarover we het hier hebben tegelijk samenkomt (precies zoals zich ooit in Pandora alle gaven van alle goden verenigden), zo iemand lijkt mij de grootheid van een godheid te hebben, door de goedheid van de goden ge- | |
[pagina 272]
| |
schonken met als doel dat hij zijn weldaden zo wijd mogelijk verspreidt onder de mensen. Hij zal zijn taak goed vervullen als hij allereerst zijn gaven erkent - volgens de grote dichter zijn er immers mensen die onvoldoende beseffen hoeveel ze bezitten -,Ga naar voetnoot8. vervolgens als hij eraan denkt dat, al wat er aan goede dingen voorhanden is, dit allemaal het vermogen van de Heer is, uitgeleend met de bedoeling dat het wordt gebruikt om de naaste te helpen, zodat het flinke rente oplevert voor de Heer, die niet genoeg kan krijgen van zulke winst. Maar bovenal moet hij beschikken over een verheven karakter, dat vol verachting is voor de nietigheden die het lage volk bewondert, en dat zich, als een bronzen muur,Ga naar voetnoot9. niet van het goede laat afleiden. Laat hij, door overal deze regel te volgen, de hele wapenrustingGa naar voetnoot10. van zijn gezegende positie aanwenden tot steun van de staat; dit is immers volgens de Oudheid bij uitstek eigen aan een godheid: de sterveling hulp bieden.Ga naar voetnoot11. Degenen die het dichtst dit beeld moeten benaderen, zijn zij die door de genade van de eeuwige godheid hoog in de samenleving zijn geplaatst. Het zal een aansporing zijn als zo iemand zich voorstelt dat hij als het ware opkomt in een groot theater, met de ogen van de hele wereld alleen op hem gericht: dat er niets volks of alledaags van hem wordt verwacht, dat wat hij ook zegt of doet meteen tot voorbeeld wordt genomen. Immers, als acteurs zich druk maken hoe te voldoen aan de eisen van het stuk dat ze gaan spelen, en aan de verwachtingen van het publiek, hoeveel meer hoort het de zorg van de groten op aarde te zijn hoe te voldoen aan de eisen van hun positie, en aan de verwachtingen van de wereld! Hoe meer titels u sieren door de goedgunstigheid van de fortuin, des te krachtiger moet u ernaar streven dat de winst overeenkomt met het kapitaal. Want er bestaat geen onduidelijkheid over wat men verwacht van een abt, van een aartsbisschop, van een kardinaal, van iemand op wie het licht van een roemrijke afkomst valt, ten slotte van een hertog. Het is niet zo'n grote prestatie een uiterst eervol ambt te aanvaarden; het na aanvaarding naar behoren te vervullen en te behouden, dat is het moeilijkste. Het is een juiste uitspraak dat het soms mooier is eer verdiend te hebben dan verkregen te hebben. Maar beslist het allermooiste is volgens mij een uiterst eervol ambt verworven te hebben zonder er op uit te zijn geweest en na aanvaarding zo volkomen te voldoen aan de eisen ervan, dat niet u luister ontleent aan het ambt, maar het ambt luister aan u ontleend | |
[pagina 273]
| |
lijkt te hebben. Of iemand een voortreffelijk vorst is, wordt stellig voor een groot deel bepaald door de wil om als goed vorst op te optreden. Als dat al ooit een keer van iemand te hopen was, zeker in uw geval zijn er zoveel dingen die het ons op zo grootse wijze in het vooruitzicht stellen, dat wij allen op goede gronden nu al een onwankelbaar vertrouwen hebben. Uwe Eminentie gaf ons nu al op allerlei manieren een proeve van zichzelf; uw deugdzame aard, als het ware nog ontspruitend en met dagelijkse toename al groeiend op weg naar volle wasdom, beloven nog grotere dingen. Verder, hoewel de natuur (toegegeven, een zeer invloedrijke factor) de voedingsbodem van de deugdzaamheid gaf, is het toch ook van groot belang altijd te beschikken over verstandige, integere, geleerde en waardige mensen die raad kunnen geven, die functies kunnen vervullen, met wie je thuis gesprekken kunt voeren. Maar verreweg het belangrijkste is gedurende heel uw leven vast te houden aan onverdroten oefening in de beste literatuur, vooral de soort die iemand aanspoort zich als een uitstekend vorst te gedragen of de weg daarheen wijst; alhoewel we weten dat in het verleden sommige uitnemende vorsten roem verwierven door wetenschappen die toch ver van hen afstonden: Mithridates bijvoorbeeld door deskundigheid op het gebied van de talen en de geneeskunst,Ga naar voetnoot12. Caesar door kennis van de wiskunde.Ga naar voetnoot13. Vrienden geven goede raad, maar geen van hen zoveel als goede boeken; Cato had zelfs de gewoonte ze tot in het senaatsgebouw bij zich te hebben en zich in enige lectuur te verdiepen terwijl de senaat werd bijeengeroepen.Ga naar voetnoot14. Een vorst hoeft zich niet iedere wetenschap eigen te maken en ook is het aantal boeken zo groot dat hij niet de tijd heeft ze allemaal te lezen. Daarom dient hij in de eerste plaats zich eigen te maken wat uit beide talen het beste is en wat direct het belang van de vorst dient. Want het zou niet goed zijn voor iemand die geboren is voor staatszaken, dat hij door eindeloze voorbereidende studie temidden van wat ze stomme leermeesters noemenGa naar voetnoot15. versuft raakt; ja, eerder hoort het leven van de voornaamsten een afgewogen combinatie te zijn van beurtelings vrije tijd voor studie en werktijd voor bestuurszaken, zoals Plato het karakter van zijn burgers vormt met een afgewogen combinatie van sport en muziek.Ga naar voetnoot16. | |
[pagina 274]
| |
Maar waarheen laat ik me meeslepen? Ik vergeet dat ik een brief aan het schrijven ben, en nog wel een brief aan een zo uitnemend vorst! Iemand wiens inzicht mijn waarschuwingen niet nodig heeft, iemand wiens succes veeleer vereist dat we hem gelukwensen! Maar het was een genoegen langere tijd stil te staan bij al het goede dat u bezit, prelaat en uitnemend sieraad van deze tijd. Ik hoop dat daar voortdurend iets bijkomt, zodat mij geregeld nieuwe stof voor een gelukwens ter beschikking staat, terwijl u van dag tot dag groter en beter dan uzelf wordt. Dat u zich beurtelings nu eens in het spreken, dan weer in het schrijven oefent, keur ik in hoge mate goed; met des te meer plezier gaf ik gehoor aan uw verzoek, ook al had ik het verder erg druk, om zo uw pen uit te dagen. Uwe Eminentie krijgt hiermee een in dubbel opzicht slecht geschreven brief en ik vrees zelfs in een derde opzicht hinderlijk, omdat hij even lang als onverzorgd is. Maar op dat punt moet u niet te streng voor mij zijn, omdat u zich een Arabische fluitspelerGa naar voetnoot17. op de hals haalde. Als u zich verwaardigt deze Erasmus op te nemen onder uw dienaren, zal ik op mijn beurt zorgen dat u een vooraanstaande plaats krijgt onder de Willems;Ga naar voetnoot18. want ik merk dat die naam mij, als door een besluit van het lot, vriendschap en voorspoed brengt. Het duurt te lang als ik ze allemaal op zou noemen, maar u hoeft zich denk ik niet te schamen in het gezelschap te verkeren van aartsbisschop William van Canterbury, William Mountjoy en Guillaume Budé. Als zich iets voordoet waarbij Uwe Eminentie wenst te beschikken over het beetje hulp dat ik kan bieden, kunt u uw wensen te kennen geven aan een man die zeer verlangend is u een genoegen te doen. Het ga Uwe Eminentie goed. Leuven, [1518] |
|