De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd952 Aan Jan Becker van Borssele
| |
[pagina 263]
| |
hij niet na onbeperkte bebouwing uitgeput raakt? Ik mishandel dit armzalige, schrale akkertje al zoveel jaar met voortdurend zaaien, zonder het te onderhouden met lectuur als mest, behalve wat ik in haast vergaar. Na zo zware ziekten moest ik iets opgeven om aan te kunnen sterken. Hierbij gaf ik mezelf zo weinig ruimte, dat ik zelfs geen tijd had om ziek te zijn; verder was deze vasten me bijna fataal geweest, als ik niet, om van omgeving te veranderen en uit de sleur te zijn, naar Antwerpen was gegaan. Ja, ook werd ik gedwongen als hoveling op te treden in Mechelen en toonde ik mij gedienstig jegens mijn beschermheren, de bisschop van Luik, de bisschop van Utrecht en andere hoogwaardigheidsbekleders, onder wie jouw beschermheer Adolf,Ga naar voetnoot1. waarmee weer enkele dagen heengingen. Tenslotte word ik onder zo'n massa brieven bedolven, overal vandaan, dat met het beantwoorden ervan het grootste deel van de tijd heengaat, ten koste van de studie. Na voltooiing van de parafrase op de twee brieven aan de Corinthiërs wilde ik beginnen aan de parafrase op de brief aan de Galaten; maar bij die bezigheid werd ik onderbroken door ware tragedies, van een nieuwe en tot nu toe onbekende soort, die een of andere furie hier ontketende. De apologie waarmee ik antwoord op de dialoog van Latomus kostte me nauwelijks drie dagen; want ik heb geen zin veel uren in dat soort beuzelingen te steken. Als hij tijd heeft verschillende boeken van dat soort uit te geven, zal het hem niet ontbreken aan mensen die antwoorden - ík verlaat als VeianiusGa naar voetnoot2. de arena. Ik merk dat deze slang niet te overwinnen is door terug te vechten; daarom zeg ik de strijd vaarwel en trek ik me terug in de haven van christelijke toegevendheid. Bij alle jaloerse opmerkingen van boosaardige lieden troost ik mezelf met het oordeel dat gerespecteerde mensen over mij vellen, en bovendien met een zuiver geweten - in elk geval wat deze zaak betreft. Geldzucht heeft nooit greep op mij gehad; graag had ik, als het kon, de last van de roem afgelegd. Ik heb niet genoeg van het leven, maar ben er ook niet begerig naar; wanneer de bevelhebber Christus mij hiervandaan roept, zal ik met zijn steun bereidwillig en gereed de post van het lichaam verlaten.Ga naar voetnoot3. Zozeer hindert me de enorme ondankbaarheid van sommige lieden en het gif van kleingeestige vitterijen, dat, als ik daar niet door ondervinding achter was gekomen, ik nooit geloofd zou hebben dat er zoveel kwaad was, ik zeg niet onder de geleerden, maar zelfs onder de mensen, ook al heb ik temidden van zoveel verschillende volkeren en mensen geleefd. Ik vermoed dat je brief in Leuven is afgeleverd en vandaar naar Antwer- | |
[pagina 264]
| |
pen teruggestuurd is, want daar was ik toen; zo komt het dat ik de persoon die hem bracht niet gezien heb. Ik ben van plan deze lentemaand te besteden aan herstel van mijn schamele lichamelijke en geestelijke kracht, als het tenminste mogelijk zal zijn. Binnenkort zal ik, met Christus' hulp, de parafrase ter hand nemen, en ook het onderwerp dat jij zo graag wilt; maar dat boek zal voor anderen bestemd zijn, niet voor Borssele. Ik ken dat karakter van je, ik ken je talent, ik ken je ijver. Je hebt de bron bij jezelf thuis, zodat het niet nodig is uit andermans reservoir water te halen. Er zullen genoeg mensen zijn die het pauselijk gezag verheerlijken, waarvan ik toegeef dat het onschendbaar behoort te zijn; er zullen genoeg mensen zijn die de leerstellingen van Scotus en Thomas verkondigen, die ook ik werkelijk niet volledig afkeur. Maar jij moet degenen die je onder je hoede hebt telkens een beetje van die zuivere en ware Christus toedienen, want blijkbaar wordt dat maar door weinig mensen gedaan. Ik ben blij dat je een positie hebt gekregen die je ook waardigheid verleent, en dat zich bovendien een aanleiding en mogelijkheid voordeed om je verdienstelijk te maken tegenover de kudde van Christus. Tijd voor studie is een zegen, maar Plato's filosoof hoort naar de aarde af te dalen, omdat hij niet alleen voor zichzelf geboren is.Ga naar voetnoot4. De voortreffelijke vorst Adolf koestert duidelijk nog diezelfde gevoelens jegens mij als vroeger, toen hij een jongen was. Je kunt het beste proberen nader met hem in contact te komen via Pieter Zuutpene van Kassel, een man zo oprecht en vriendelijk als ik nog nooit gezien heb. Het gerucht dat de Franse koning François me met een vrij goed aanbod naar Frankrijk probeerde te lokken, heeft wel enige grond. Er zijn telkens pogingen ondernomen via brieven van bepaalde mensen; maar tot nu toe mocht ik niets vernemen waarover zekerheid bestaat, en blijf ik waakzaam; ik ben niet zo wereldvreemd dat ik te verleiden ben met louter beloften. Men heeft ijverig zijn best gedaan om ervoor te zorgen dat ik de leraar van Ferdinand zou worden, met behulp van de heer van BergenGa naar voetnoot5. en vele anderen; hij is ook werkelijk een zodanig vorst, dat ik er niet een zou kunnen wensen die beter en leergieriger is. Maar bepaalde dingen weerhouden me ervan, die niet zonder risico aan een brief toevertrouwd kunnen worden. Het ga je goed. Leuven, Paasdag 1519 |
|