De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd950 Aan Jan Šlechta
| |
[pagina 259]
| |
ware theologie; ik veroordeelde hierbij de op de universiteiten gangbare theologie niet in haar geheel, maar perkte deze deels in, gaf deels aan welke toevoegingen ik wenselijk vond. Immers, ik heb weliswaar niets op met mensen die volstrekt geen waarde hechten aan de literatuur, maar ik ben het toch ook niet eens met mensen die de studie van de latere theologen geheel en al veroordelen. Ik verbaas me echter over de onbeschaamdheid van die Praagse kanunnik, wie het ook is, die als een spin uit eigen bedenksels zo'n enorm web van leugens weefde. De Keulenaren hadden een tijd lang een geschil met Johann Reuchlin, een uitstekend man; met mij hebben ze nooit schriftelijk of mondeling ruzie gehad, laat staan dat ze mijn pennenvruchten hebben verbrand samen met de auteur zelf. Integendeel, iedere keer dat ik op mijn reizen daarlangs kwam, werd ik door vooraanstaande mensen eervol ontvangen, die mij ook weer in alle vriendelijkheid lieten weggaan. Maar ik wil best geloven dat ook daar lieden zijn die in hun vriendenkring tegen Erasmus staan te keffen; zoals laatst iemand van het gezelschap van de predikheren, alsof het een vaststaand feit was, in eigen kring vertelde, dat Erasmus in Leuven was overleden;Ga naar voetnoot1. de lasteraar voegde iets geestigs toe wat helemaal bij hem paste: ‘zonder licht, zonder kruis, zonder God.’Ga naar voetnoot2. Tijdens het vertellen kreeg hij telkens applaus van de drinkende monniken. Als ze er niet voor terugdeinzen zoiets over mij te verzinnen terwijl ik in de buurt ben, wekt het weinig verbazing als ze in Praag zulke leugens bedenken. Maar toch kun je uit deze misdaden, zoals ze er dagelijks vele beramen, opmaken wat voor razernij zich van hen meester heeft gemaakt. Ik voor mij ben, werkelijk waar, meer begaan met hun lot dan het mijne. Want ik kan me troosten met een zuiver geweten en het oordeel dat de meest gerespecteerde personen over mij hebben; immers, geen mens op aarde is het tot nu toe gelukt het iedereen naar de zin te maken. Het Nieuwe Testament is wederom verschenen, door mij vernieuwd, tijdens niet te geloven hoeveel doorwaakte nachten, en verrijkt met een behoorlijke uitbreiding. Vooraan is de brief van Leo x toegevoegd,Ga naar voetnoot3. waarin hij zijn goedkeuring hecht aan de oude, en aanspoort tot deze nieuwe editie. Ik weet niet wat ik in Praag te zoeken heb. Immers, je belooft dat het niet zal ontbreken aan mensen die mij veilig zullen brengen waar ik heen wil. Welnu, ik houd niet van streken waar dergelijke begeleiders nodig zijn. Hier | |
[pagina 260]
| |
ben ik, zelfs zonder gezelschap, vrij om te gaan waarheen ik wil. Maar ik twijfel er niet aan dat ik daar, zoals je schrijft, verschillende mensen zou vinden die zich onderscheiden door hun geleerdheid en vroomheid, die niet bezoedeld zijn met de fouten van de schismatici.Ga naar voetnoot4. Het verbaast me evenwel dat er geen mensen opstaan die een eind maken aan deze hele splitsing. Het is beter dat er eensgezindheid heerst waarbij men minder gunstige voorwaarden accepteert, dan onenigheid waarbij men vasthoudt aan gunstige voorwaarden. Ik voor mij ben bang dat geldzucht, waar dan ook een vloek voor de goede zeden, zich niet laat verenigen met eensgezindheid. Paulus nam elk verlies voor lief om Christus te winnen.Ga naar voetnoot5. Er zijn in deze wereld zoveel kardinalen, zoveel bisschoppen, zoveel vorsten; moge Christus een van hen de inspiratie geven om deze taak met een waarlijk christelijke gezindheid op zich te nemen! Als Paulus in Rome zetelde, dan weet ik zeker dat hij niet alleen zou dulden dat zijn inkomsten zouden afnemen maar ook zou dulden dat een deel van zijn autoriteit zou vervallen, als hij voor die prijs de eensgezindheid kon kopen. Als we het niet mogen beleven dat we elkaar persoonlijk ontmoeten, zal een uitwisseling van brieven het toch mogelijk maken dat ik af en toe samen met jou al pratend langs de Elbe wandel en jij met mij onder de Brabanders verkeert. Immers, voor hoe weinig bestaat vriendschap uit lichamelijke nabijheid! Leuven, in het jaar 1519 na de geboorte van Christus. 23 april |
|