945 Aan Guillaume de Croy
Leuven, 20 april 1519
De zeer eerwaarde kardinaal Guillaume de Croy, aartsbisschop van Toledo, enz., wordt hartelijk gegroet door Erasmus van Rotterdam
Zeer eerwaarde heer en illustere vorst, uw briefje, van een Laconische beknoptheid, maar scherpzinnig van inhoud, gaf me een staaltje van uw scherpe en levendige geest. Want ik denk wel dat u Erasmus hier zult toestaan de leeuw te beoordelen naar zijn klauw.Ga naar voetnoot1. Het zal goed gaan met de literatuur als ze zulke begunstigers heeft en nog meer als ze niet alleen zulke begunstigers, maar ook beoefenaars heeft. Uw veronderstelling is inderdaad juist dat dit boekjeGa naar voetnoot2. zeer veel zal lijken op de overige; het lijkt daar werkelijk precies op, dat wil zeggen, het is volkomen dwaas. Maar ik had geen zin serieuze moeite aan dergelijke beuzelingen te besteden en vond dat de schaal het deksel behoorde te krijgen dat ze verdiende. Als Uwe Hoogheid zich verwaardigt Erasmus op te nemen onder uw beschermelingen, zal ik zorgen dat u niet de indruk krijgt een lui of ondankbaar persoon tot uw kring toegelaten te hebben. Moge de grote en almachtige Christus u lange tijd behoeden en bewaren, voor het herstel van de ware vroomheid en meer aandacht voor de literatuur.
Leuven, 20 mei 1519