De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd924 Van Guillaume Budé
| |
[pagina 215]
| |
men, zelfs als je me daarom vijandig gezind zult zijn, en zal ik de tactiek van Augustus toepassen, die negeerde wat Vergilius' bij zijn dood had opgedragen.Ga naar voetnoot2. Ik denk dat je je brief, die smaak leek te hebben zolang je pen gloeiend heet was, bij het opnieuw proeven niet goedkeurde. Dat overkomt mij ook vaak. Maar wat kun je er aan doen, als je bedenkt hoe het gesteld is met het menselijk bestaan en handelen? Want dwaas is zelfs wat de mensen wijs lijkt.Ga naar voetnoot3. Wees er evenwel van overtuigd dat voor mij, een speelgenoot, deze speelse en toch halfserieuze dingen desalniettemin zoet zijn, laat staan dat ze me als stuitend voorkomen. Ik schreef je terug met mijn gebruikelijke vrijpostigheid, om je geen hoop te geven dat ik, iemand die al rond de vijftig is, met een standje tot braver gedrag te brengen ben. De bisschop van ParijsGa naar voetnoot4. is juist aartsbisschop van Sens geworden dankzij de welwillendheid van de koning, ook al is de zaak nog niet afgerond. Hij wordt geheel in beslag genomen door het hof en het lukt me niet hem te spreken. Op een dag echter, toen hij zich in een van de privévertrekken van de vorst bevond, zei hij me dat hij vastbesloten was je te schrijven. Hij zal eerdaags als gezant naar Narbonne vertrekken samen met het hoofd van de hofhouding.Ga naar voetnoot5. De koning gaf me opdracht met hem mee te gaan, eerder om een nummerGa naar voetnoot6. te zijn dan om bepaalde taken te verrichten in die provincie; want zo vat ik het op. Twee keer evenwel was ik bij de bisschop thuis en zat ik bij hem aan tafel; maar het grote aantal gasten liet een vertrouwelijk gesprek met hem niet toe. Daarom weet ik niet wat hij gedaan heeft of van plan is. Zelfs als hij de tijd heeft overigens is hij niet erg geneigd met mij te praten over wat hij vindt. Uit de brief die je onlangs hebt gestuurd werd me duidelijk hoe vertrouwelijk je met hem omgaat. Dan kun je ook nogmaals zijn mening peilen. De koning lijkt wonderbaarlijk genegen de literatuur te koesteren en aan te wakkeren. Maar de kwestie van het keizerschap neemt nu het volledige hof in beslag, zodat het nauwelijks mogelijk lijkt dat men tijd voor andere dingen heeft. Op dit moment weet ik niet hoe ik er zelf voor sta; laat staan dat ik jou op de hoogte kan stellen van andere zaken. Ik ben nu door een of ander besluit van het lot dwaas gaan doen, terwijl ik dat volstrekt niet van plan was. Maar wat zou ik eraan kunnen doen? Er is geen ande- | |
[pagina 216]
| |
re mogelijkheid dan vast te houden aan wat de schikgodinnen spinnen. O ijdelheid van het menselijk bestaan! Het ga je goed. Parijs, de zondag voor de veertigdaagse vasten |
|