De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 151]
| |
mengd, over de kritiek die Lee tegenover jou had geuit over de verandering van kleding. Meteen daarop volgde wat ik je schreef, waarvan ik eveneens dacht dat het van jou was. Nu zal ik me niet langer verbazen, of nee, ik verbaas me dat zijn toon niet aanmatigender was. Ik vermoedde al dat juist dat de reden was waarom hij mij zijn boek niet wilde laten lezen. Dank je wel voor het geschenkje. De plaats die je zoekt staat bij Augustinus, in deel 11, het boek over ketterijen gericht aan Quodvultdeus, daarvan het tweede blad. Het hoofdstuk begint met ‘De Apostolici die zich’ enz.Ga naar voetnoot1. Lees de brief van Augustinus aan Aurelius maar, dat is nummer 76.Ga naar voetnoot2. Daaruit blijkt duidelijk genoeg dat Augustinus geen monnik was. In twee redevoeringen die hij voor het volk hield over de geestelijken rond hem (ze staan bij de onechte preken aan de broeders heremieten, nummers 52 en 53),Ga naar voetnoot3. maakt hij melding van de professie en de gelofte, maar de gelofte noemt hij een voornemen. Nergens wordt gesproken over het monnikendom. Ik zou je willen vragen om me opnieuw het slot van de aantekening van Lee te sturen. Want jouw papier heb ik na het gelezen en herlezen te hebben in het vuur geworpen, om te voorkomen dat een dienaar het in handen krijgt; het is immers niet verstandig jonge mensen te vertrouwen bij dit soort dingen. Verder keur ik je geklaag af: dat helpt niets, integendeel, het maakt je lot dubbel zo zwaar. Weliswaar deins ik er niet voor terug een veelbelovende jongeman te ontraden zichzelf in die strikken te verwarren, maar ik zou het niet durven iemand aan te raden, als hij eenmaal verstrikt is geraakt, los te breken, tenzij hij door een of andere gebeurtenis de vrijheid krijgt, zodat het lijkt alsof hij door de hemel bevrijd is. Met zoveel strikken, zoveel ketenen verstevigden die farizeeërs hun tirannie! Breng ondertussen de tijd aangenaam door met het lezen van gewijde boeken. Ik stuur je twee boekjes, het ene over de methode van de theologische studie, het andere met inhoudsoverzichten van de brieven van de apostelen.Ga naar voetnoot4. Het ga je goed, mijn dierbare Maarten. Uit het College van de Lelie |
|