De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd875 Aan Johann Werter
| |
[pagina 121]
| |
tot voordeel strekt van degene aan wie hij bewezen wordt. Hoe onzinnig is het iets als weldaad op het conto van een vriend te schrijven waarvan de ander geen voordeel ondervindt! Zo vinden sommigen dat de heilige Jacobus hun iets verschuldigd is, omdat ze hem een bezoek brachten, waarbij ze veel schade leden,Ga naar voetnoot1. of dat Christus hun iets verschuldigd is, omdat ze Jeruzalem bezochten, waarbij ze veel risico liepen; terwijl ze beiden thuis voor zich hadden kunnen winnen met waarachtiger dienstbewijzen. Al lang geleden zag je een betere afbeelding van Erasmus in zijn boeken, als er tenminste een goede is, ja, volgens Plato zag je zelfs de volledige Erasmus. Wat kan verder nog het doel zijn van zulke lange tochten? Ware liefde is gelegen in de zielen; vaak vervliegt ze of wordt ze minder door de vereniging van de lichamen. Maar het zou weinig vriendelijk van me zijn als ik werkelijk boos op je was; juist hierom verdien je wederliefde, omdat je zonder maat te houden liefde geeft. Het ga je goed. Leuven, 19 oktober 1518 |
|