De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd854 Van Ambrogio Leoni
| |
[pagina 61]
| |
een tweede Pythagoras te ontwaren. Ja, zelfs veranderde je niet alleen van een Italiaan in een Fransman en van een Fransman in een Duitser - als het ware van een kalf in een vogel en van een vogel in een soort graan, waarvoor ze bij Plinius abusievelijk ‘zaad’ lezen;Ga naar voetnoot2. maar ook werd je van dichter theoloog, ging je van een theoloog over in een cynisch filosoof en verruilde je ten slotte evenzo de cynicus voor een redenaar: wonderbaarlijke metamorfosen die alleen aan Proteus voorbehouden leken! Ik zag namelijk talloze in druk verschenen boeken van je, waarin je de genoemde rollen en gedaanten óf van je persoon óf van je creativiteit afwisselde, en wel zo dat alle mensen je prijzen, bewonderen en willen lezen, en zich zelfs heel vaak op jou en je uitspraken beroepen; niet dat je een en dezelfde persoon met belangwekkende ideeën zou zijn, maar alsof er drie of vier van die personen waren. Ja, zelfs overkwam me het volgende door die metamorfosen van je. Sinds lange tijd al nam ik Pythagoras namelijk niet serieus, die bij zijn wedergeboorte beseft zou hebben en zich herinnerd zou hebben dat hij in een andere tijd had geleefd. Aristoteles had immers betoogd dat bij de dood geen enkele herinnering overblijft aan wat daarvoor tijdens het leven had plaatsgevonden. Nu ik evenwel weet dat jij zo vaak kon sterven en weer terugkeren in het licht van de zon zonder mij en je vrienden te vergeten en met behoud van je geheugen, heb ik de bedrieglijke nauwgezetheid van Aristoteles verworpen. Ook al staan de zaken zo, toch ben ik bezorgd, mijn beste Erasmus, als je die veranderingen zelfs tot je genoegen ondergaat, dat het anders afloopt dan je je had voorgesteld en ook anders dan bij andere metamorfosen het geval was. Daarom zou ik je willen aanraden dat je blijft bij het soort leven dat je nu geniet, met alle mogelijke middelen zorgt dat je behouden blijft en niet de risico's van veranderingen neemt. Dan kan je niet overkomen wat bij duikers geregeld is gebeurd, die soms, daar ze al te vaak waren opgedoken uit het water waar ze onbevreesd in sprongen, hoewel ze zonder angst onder water zwommen, nergens meer te voorschijn zijn gekomen. Denk ook aan je eigen adagium: ‘denk na voordat je naar Abydos gaat’,Ga naar voetnoot3. want ik ken geen gevaarlijker verandering dan van leven naar dood of van de ene gedaante in de andere. Ik kan je hiervandaan niets schrijven wat je graag van ons zou horen. Behalve literaire voortbrengselen is er immers niets wat voor jou interessant | |
[pagina 62]
| |
lijkt te zijn. De literatuur nu ligt waar ook ter wereld stil en huivert alsof ze weldra ten onder zal gaan. Een luid gekletter van Turkse wapens is hoorbaar in Italië, wapens die gesmeed werden in Egype, Syrië en Perzië. De Muzen, die gezien de situatie in angst zitten (want het zijn zoals je weet weerloze meisjes), verwachten hun ondergang; met hen is ook alle literatuur gedoemd te sneuvelen. Maar, om een ander geluid te laten horen, ik kan je vertellen dat in de Venetiaanse senaat verordend is en zelfs door een heraut bekend is gemaakt dat een opvolger benoemd moet worden voor Marcus Musurus, die openbare lessen in de Griekse literatuur moet gaan geven; besloten is tot een salaris van honderd goudstukken. Daarom maken zich zo veel mogelijk mensen gereed om te solliciteren. Er is immers een termijn vastgesteld van twee maanden, waarin kandidaten zich kunnen opgeven en door het lezen en verklaren van Griekse schrijvers kunnen laten zien wie ze zijn en wat hun kennis van de taal en hun talent waard zijn. Als er daarom wellicht iemand is die in jouw streek opvalt om zijn reputatie en kennis op het gebied van de Griekse literatuur, wijs hem op het genoemde besluit; zodat hij, als het voor hem vaststaat dat hij wil solliciteren en Griekse teksten verklaren, zich binnen twee maanden hierheen begeeft. Bovendien, je kent de grote schare toehoorders, die als kuikens piepten onder de hoede van de klokkende hen Musurus. Velen van hen zijn al jonge vogels geworden en piepen niet meer, maar tsjilpen en kwinkeleren; zij hebben zelfs het stellige plan het spreekgestoelte van hun leraar te bestijgen. Tot degenen onder hen met een betere stijl hoort Pietro Alcionio, die een groot aantal vertalingen maakte uit het Grieks in uitstekend geschreven Latijn. Hij gaf immers verschillende redevoeringen van Isocrates en Demosthenes zo ArpinatischGa naar voetnoot4. weer, dat je toch zou denken Cicero zelf te lezen; zijn vele vertalingen van Aristoteles zijn zo helder dat Latium in triomf zou kunnen zeggen: ‘Kijk toch! Wij hebben onze eigen Aristoteles!’ Deze zelfde jongeman is niet alleen de meest getalenteerde leerling op het gebied van de beste literatuur in de beide talen, maar jou ook zeer genegen en een groot bewonderaar van je werk. Op de valreep een paar nieuwtjes over mij, een oud man reeds en nog steeds je vriend. Sinds je hiervandaan bent vertrokken, heb ik geleefd zoals ik leefde toen je bij me was, je weet wel, voortdurend fluisterend met boeken in beide talen, met de bedoeling dat ik zwanger zou raken van een vrucht die Leoni bij het ouder worden waardig is;Ga naar voetnoot5. niet zoals vrouwen, die, nog jong, meteen zwanger willen zijn en blij zijn korte tijd later kinderen voort te brengen: de zonen die zij voortbrengen zijn zwak en hebben geen kans op een lang leven. Ik raakte zwanger van enkele vruchten, waarvan ik sommige | |
[pagina 63]
| |
nog aan het baren ben, andere ter wereld bracht en in het licht gaf. Ik schreef immers een werkje verdeeld in drie boeken over mijn geboortestad Nola; dit is in druk verschenen.Ga naar voetnoot6. Verder voltooide ik een omvangrijk werk in 46 boeken gericht tegen Averroës, op grond van de Peripatetische leer; ook dit is gedrukt.Ga naar voetnoot7. Je zult dan ook begrijpen dat ik evenmin mijn nachten in bed heb gesleten! Ik zou het fijn vinden als je me zelfs in antwoord hierop een paar regels zou sturen; daar kijk ik immers zeer naar uit, niet alleen om te horen dat je het goed maakt, wat ik van harte hoop, maar ook om van jou iets te vernemen van wat zich afspeelt daar bij hen die dit leven achter zich hebben gelaten, en welke streek een geschikter verblijfplaats biedt. Jij weet namelijk van allebei hoe het er is, als iemand die al vaak het leven voor de dooden de dood voor het leven hebt geruild. Het ga je goed, en blijf me volgens je gewoonte genegen. Venetië, 19 juli 1518, in de kruidenwinkel met de Koraal |
|