De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd850 Van Johannes Thurzo
| |
[pagina 51]
| |
heb altijd bewondering gehad voor allen die om hun geestelijke arbeid roem hadden verworven en boven de overige stervelingen uitstaken, maar vooral wil ik beschouwd worden als iemand die achting heeft voor hen die de Romeinse welsprekendheid verbinden met de zuiverheid van het christelijk geloof. Met u viel onze tijd zo iemand als een godsgeschenk ten deel, uniek binnen de gehele mensheid. Daarom doet onze tijd volstrekt niet onder voor die van onze voorouders en vele eerdere generaties; in die mate zelfs dat wij nu iemand hebben, en met recht naar voren schuiven, die we de overigens te respecteren Oudheid kunnen voorhouden als iemand die gelijk is aan de besten en beter dan de anderen. Toekomstige generaties ontneemt hij echter bijna iedere hoop; in die mate zelfs dat ze zichzelf nauwelijks iets dergelijks in het vooruitzicht durven te stellen. Ik verzeker u, bij het horen van de naam Erasmus sta ik altijd te juichen en te dansen. Dit nu gebeurt niet zelden; zelfs in deze oorden hebt u namelijk aardig wat mensen die uw zeldzaam talent bewonderen en uitstekende herauten van uw roemrijke naam zijn. Een van hen is Johannes Piso,Ga naar voetnoot1. met wie u vroeger in Rome kennis hebt gemaakt, die de leraar is van koning Lodewijk van Hongarije, verder Caspar Ursinus Velius, de schrijver van dat gedicht in hendecasyllaben op uw geboortedag, dat gepubliceerd is. Verder is het voor ons onmogelijk ooit onze oren dicht te stoppen bij het lezen van werken van Erasmus;Ga naar voetnoot2. aangezien er volgens mij onder al degenen die uw pennenvruchten lazen, niemand is die niet eerder gedwongen dan vrijwillig stopte. Er is absoluut niemand voor wie een onderbreking bij het lezen van dergelijke boeken, ontsproten aan uw pen, niet vervelend is; het is heerlijk door te blijven gaan en de voortdurende concentratie is een genoegen. Die zo vele en zo prachtige geschriften van u bevatten namelijk de lotus uit Homerus,Ga naar voetnoot3. die de geest van de lezers zo in bezit neemt, dat hij zich op generlei wijze los kan maken van dat onuitsprekelijk verlangen. Met die schrijver hebt u deze eigenaardigheid gemeen dat de lezer van uw werken nooit een gevoel van weerzin bekruipt; en als misschien enige verzadiging binnendringt, gebeurt dat bij uw lezer zoveel later als uw werken vromer zijn dan de gedichten van de ander. Zo komt het dat ik, denkend aan uw persoon, dat meesterwerk, gemaakt | |
[pagina 52]
| |
door de natuur tot haar eigen tevredenheid en in alle opzichten volmaakt, bevangen word door een wonderbaarlijk verlangen u te ontmoeten. Daarom, als ik ooit met zekerheid zou weten dat u zich op een plaats bevindt die ook maar binnen acht dagen te bereiken is, zou ik me meteen van alles hier losmaken en er naartoe snellen. Ook verder, zelfs naar de Belgen zal ik reizen, als mijn werk het toelaat. De inwoners van Cadiz kwamen in groten getale naar Rome om Livius te zien.Ga naar voetnoot4. Zou dan iemand die over Erasmus hoorde en van diens goddelijke geleerdheid proefde, zich niet van welke uithoek op aarde dan ook naar Erasmus haasten, waar onder de volkeren hij zich ook bevindt, om hem vol bewondering te aanschouwen? Verder, telkens als ik overweeg hoeveel nut en genoegen ik put uit de lectuur van uw boeken, merk ik dat ik u onuitspreekbaar veel verschuldigd ben, beslist meer dan ik ooit kan teruggeven. Maar om mijn achting voor u tastbaarder te maken, had ik besloten een geschenk te sturen, veel te gering weliswaar gelet op uw verdiensten, maar misschien aanvaardbaar voor u gezien uw uitzonderlijke bescheidenheid. Dit zal ik binnenkort in orde maken, zodra ik betrouwbare informatie heb en weet waar u zich ophoudt. Intussen zal ik mij vermeien in zoete gedachten aan u, samen met Caspar Ursinus, een leerling van mij en vooral een groot bewonderaar van u. Ten slotte is het mijn grootste wens dat de onsterfelijke God u voor zichzelf en voor ons allen gezond en wel mag bewaren, zo lang en gelukkig als mogelijk is. Het ga u goed. Johannes Thurzo, bisschop van Wrocław, eigenhandig geschreven |
|