De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
842 Aan Helias Marcaeus
| |
Erasmus van Rotterdam groet de zeer rechtschapen en geleerde vader Helias Marcaeus van de Makkabeeërs, rector van het zeer gerespecteerde convent van de MakkabeeërsNiet ongaarne besteedde ik er een dagje werk aan, rechtschapen vader, om voor u het boekje van Josephus over het martelaarschap van de zeven MakkabeeërsGa naar voetnoot1. en hun dappere moeder te herzien en voor zover mogelijk te verbeteren. Had ik maar in ruimere mate aan uw wens kunnen voldoen! Nu heb ik, omdat geen Griekse tekst voorhanden was, het Grieks afgeleid uit het Latijn en zo enkele plaatsen gewijzigd, maar niet heel veel. Niet ten onrechte zegt JosephusGa naar voetnoot2. over zichzelf, dat hij zich de Griekse taal zozeer eigen had gemaakt, dat hij over een wonderbaarlijke welsprekendheid beschikte. Dat was zelfs al te zien aan dit boekje, waarin hij een bijzonder krachtige en rijke stijl aan de dag legde: hij heeft, zo lijkt het, een schitterende daad willen eve- | |
[pagina 14]
| |
naren met stilistische verfraaiing. Daarom prijst de heilige HieronymusGa naar voetnoot3. speciaal dit werkje als ‘zeer goed van stijl’, en noemt SuidasGa naar voetnoot4. het ‘zeer waardevol’. Op grond van deze beide bronnen heb ik de bedorven lezing van de titel verbeterd in Peri autokratoros logismou, dat wil zeggen Over de soevereiniteit van de rede, omdat de kern van dit verhaal is dat de rede alles bij een mens kan bewerkstelligen, als zij heerst over de begeerten. De stof is te vinden in de boeken der Makkabeeën, die de Hebreeërs weliswaar niet opnemen in de canon, maar wel als heilig beschouwen. Hoewel dit convent om nog vele andere redenen befaamd is, vind ik het toch vooral een felicitatie waard, dat het met een zo bijzondere schat werd verrijkt. Ja, eigenlijk vind ik dat men heel Keulen moet feliciteren, een stad die in zoveel opzichten gelukkig is, maar om geen enkele andere reden gelukkiger dan dat ze zo veel en zo uitnemende bewijzen van vroomheid in haar schoot omsluit. Nog gelukkiger zal ze zijn, als ze de deugden overneemt van hen van wie ze de relikwieën bewaart, en zich niet afkerig toont van de levenswandel van hen van wie ze de lichamelijke overblijfselen bezit. Dat is het geval als ze in oprechte godsdienstigheid de vroomheid van de Drie KoningenGa naar voetnoot5. navolgt; als ze in sobere levenswijze wedijvert met de kuisheid van de elfduizend maagden die daarvoor het martelaarschap overhadden;Ga naar voetnoot6. als ze in standvastige volharding de dappere Makkabeeërs en die onoverwinnelijke heldin in herinnering brengt. Dit beslist belangrijker deel van haar geluk kan zij zichzelf schenken, of verdubbelen. Ga voort met wat u doet: maak de glorie van de martelaren zichtbaar; op die manier brengt u een voorbeeld van deugdzaamheid onder de aandacht en tegelijk verschaft u uw roemrijke stad nog meer luister en eerbiedwaardigheid. Het ga u goed. |
|