828 Aan Johan Sixtinus
Leuven, 23 april [1518]
Hartelijk gegroet, zeer geleerde Sixtinus. Ik heb FranzGa naar voetnoot1. de kwitantie van het jaargeld van 1518 al gegeven, omdat hij mij dat geld zou hebben uitbetaald als ik niet vanwege de gevaren op de weg liever zijn kwitantie had gewild. Als het geld dat ik van de maatschap van Maruffo heb ontvangen, gegeven is onder de titel van het jaargeld, vooruit, dan stuur ik de wissel van 1517; je moet die dan maar gebruiken als het is komen vast te staan dat het geld op die grond is gegeven. Want de ItaliaanGa naar voetnoot2. die het aan mij gaf, heeft geen brief en geen wissel getoond en niet verklaard op welke grond het geld me werd gegeven; hij heeft slechts gezegd dat het door Maruffo was gestuurd. Daarom meende ik dat het niet op mijn weg lag om melding te maken van het betaalde jaargeld, omdat het niet op een specifieke grond gegeven werd. Ik merkte jullie vergissing pas toen jullie dachten dat de wissel met het jaartal 1518 voor het geld van Maruffo gestuurd was, alsof ik de andere wissel zou toevoegen voor het geld van Franz van het jaar 1519.
Kan er een misdadiger beest bestaan dan die Pietro Ammonio?Ga naar voetnoot3. O waarlijk Italiaanse geest! Hij stuurt af en toe een van de vele brieven, maar stuurt niet de brief die de kardinaalGa naar voetnoot4. me heeft geschreven. En van de kopieën van de dispensatie heeft hij er maar één gestuurd,Ga naar voetnoot5. waarbij met mijn hand ge-