De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841

772 Aan Roger Wentford
Antwerpen, 21 februari [1518]

Erasmus aan Wentford

Dat je mij een brief stuurde die voor More bestemd was en een aan hem die voor mij was,^1. hoef je je niet aan te trekken, mijn beste Wentford; immers, wat aan een van de twee behoort, behoort meer aan de andere van de twee dan aan hemzelf. Ik zal je erg dankbaar zijn als je me de noten die je aan

1. Zie brief 688.

[p. 226]

Grocyn, zoals je schrijft, hebt ontfutseld, aan mijn vriend John overhandigt.^2. Deze zal ze zelf aan mij brengen of ze laten brengen. Als je bovendien mijn speelse en feestelijke dialogen^3. die je hebt, aan mij stuurt, zal ik ze zo herzien en aanvullen dat het, naar ik meen een niet te versmaden monument van onze vriendschap wordt; ik zal er namelijk voor zorgen dat ze aan jou worden opgedragen. Vaarwel.

Antwerpen, de dag voor Sint-Pietersstoel

2. Vermoedelijk met betrekking tot het Nieuwe Testament. John is John Smith, Erasmus' boodschapper, die deze en de volgende brieven naar Engeland bracht.

3. De Colloquia.