De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841
(2008)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 215]
| |
766 Aan Henricus Glareanus
| |
[pagina 216]
| |
de bewijsvoering waarmee hij aantoont dat meta ‘tussen’ betekent weinig onderbouwd: meta cheiras, dat wil zeggen ‘onder handen’, waar meta (tussen) staat voor kata (onder). En meth' hèmeran (overdag) in plaats van kath' hèmeran is van een ander type dan meta treis hèmeras (na drie dagen); vooral omdat meta hèmeras hex, meth' hèmeras oktoo (na zes dagen, na acht dagen) en soortgelijke frasen talrijk zijn in het Nieuwe Testament.Ga naar voetnoot7. Tenslotte lost de synecdoche, waar je hier niet omheen kunt, ook deze moeilijkheid op: ‘Hij stond op na drie dagen’, dat wil zeggen: ‘nadat de derde dag begonnen was’. Als al wie dit zegt ingaat tegen de artikelen van het geloof, terwijl de kerk al zoveel jaren het evangelie op deze manier leest zonder dat iemand tegenspreekt, zou ik het raadzamer achten de kwestie minder dramatisch te presenteren, vooral als de synecdoche binnen handbereik ligt. Als hij ‘de eerste nacht’ verklaart door middel van allegorie of oneigenlijk woordgebruik, waarom is hij dan bang hier een door iedereen aanvaarde synecdoche aan te nemen? Ik schrijf je dit alles, mijn beste Glareanus, uit vriendschap voor hem, wat hij ook verder van mij denkt. Als je het niet vervelend vindt, onderhoud hem eens heel vriendelijk over deze kwestie en vraag hem meteen ook, als hij me antwoordt, zo snel mogelijk en op mijn kosten een afschrift te sturen, zodat ik ofwel mijn fout kan erkennen ofwel mezelf kan verdedigen. Nu ik een keer zo door hem ben neergesabeld, mag ik niet zoveel vertrouwen hebben. En als slechte mensen hem kunnen ophitsen: de wereld is vol slechte mensen. Als hij weigert, zou ik niet willen dat hij jou ook maar een haar minder vriendschappelijk gezind is vanwege mij. Het verbaast me dat Budé al zo lange tijd niet schrijft. Vaarwel, helft van mijn ziel. Leuven 1518, 18 januari, vanuit de Lelie |
|