De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841
(2008)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd715 Aan Pieter Gillis
| |
[pagina 155]
| |
blieft je blik eens gaan over alle families van je stad en ga bij jezelf te rade of je een ander als vader had willen hebben. Zelfs als een of andere god dit mogelijk zou maken, zou je als ik me niet vergis geen andere kiezen dan die je had. Hij kan tot de gelukkigen gerekend worden, als iemand al in dit leven gelukkig is. Als geluk betekent dat je lang leeft: hij had de tachtig bereikt, gezond van lijf en leden en met nog goede ogen, zodat hij geen stok of bril nodig had: amper was het eerste grijs zich door het zwarte haar gaan mengen. En wat het allergelukkigst en tevens het zeldzaamst is: hij bleef helder van geest. En als voorspoed betekent dat je een goed huwelijk hebt: ook in dat opzicht was hij een gezegend man, tot twee keer toe. Zijn tweede huwelijk was in zoverre gelukkiger dat het deze voorbeeldige man zoveel voorbeeldige kinderen gaf, waarvan hij er niet alleen nog zoveel in leven zag, maar allen volwassen en opgeklommen tot een eerzame positie in het leven.Ga naar voetnoot1. Al die tijd leefde hij temidden van zijn medeburgers op zodanige wijze dat nooit enig gerucht een smet wierp op zijn onbesproken naam. Evenzo voedde hij zijn kinderen op zodanige wijze op dat er geen was die hem spijt of schaamte bezorgde. Wie was er eerlijker dan je vader, deugdzamer dan je moeder? Hoe hield hij van je moeder; hoe vereerde zij haar echtgenoot! En toch worden uit voorbeeldige ouders niet altijd voorbeeldige kinderen geboren. Hoeveel minder was de dood voor hem een last, omdat hij zich in zulke kinderen zag verder leven! Elke keer dat hij zijn lieve kleinzoon,Ga naar voetnoot2. jouw zoon, kuste en Nicolaas Nicolaas kuste, voelde hij zich onsterfelijk. Hij had geen groot, maar een redelijk vermogen en, wat tegenwoordig zeldzaam is, zonder bedrog verkregen. Hij had een beroep gekozen dat hem in alle eerlijkheid zoveel verdiensten gaf als hij nodig had om zijn gezin te voeden en de armen, voor wie hij zeer vrijgevig was, te steunen. Wat hij zijn kinderen naliet was toereikend voor het levensonderhoud van ieder, zelfs als ze geen andere inkomsten zouden hebben. Hij vervulde enige burgerlijke ambten, en kon er hogere en meer hebben vervuld als hij had gewild. De ambten die hij vervulde, vervulde hij op zo'n manier dat niemand enige reden had zich over hem te beklagen. Hij haatte huiselijke twist als de pest. Nooit had hij een geschil met een medeburger, zo groot was zijn inschikkelijkheid. Liever zag hij af van zijn recht, als hij zag dat de vrede op geen andere manier bewaard kon worden. Niemand hoorde ooit uit zijn mond leugenachtige, schunnige of lasterlijke taal. In een zo drukke stad had hij geen enkele vijand. Velen betreurden zijn dood als die van een vader, vooral de armen. Met welk een gelatenheid | |
[pagina 156]
| |
verdroeg hij vele dagen ernstige pijnen! Want geen dood is pijnlijker dan die als gevolg van verstopte urinewegen. Op zijn sterfbed droeg hij zijn kinderen niets anders op dan eendracht en te streven naar vroomheid. De erfenis had hij zo verdeeld dat het niet uitmaakte wie welk deel kreeg en niemand vond dat hij een cent tekort kwam. Zou men je niet met recht ondankbaar vinden als je treurt om zo'n vader? Verheug je liever over zijn gelukkige nagedachtenis en wees blij dat hij na de woelingen van dit leven aangekomen is in de haven van onsterfelijkheid. Blijf zijn evenbeeld in rechtschapenheid, zoals je altijd al was. Vorm ook je zoon reeds nu in de prilste jaren, en wel zo dat hij in deugdzaamheid het evenbeeld is van zijn grootvader wiens naam hij draagt, in geleerdheid het evenbeeld van zijn vader en oom. Laat hij reeds nu de beginselen van de evangelische filosofie indrinken als melk voor de geest. Laat hij reeds nu het zaad van de beide literaturen in zich opnemen en zijn vader groeten met aanminnig gestamel in het Grieks of Latijn. Zo moge het jou gebeuren, mijn dierbare Pieter, met je voorbeeldige echtgenote CorneliaGa naar voetnoot3. in gelukkige omstandigheden oud te worden en een eerzaam genoegen te scheppen in je voorbeeldige kinderen. Vaarwel, onvergelijkelijke vriend. Leuven, [1519] |
|