De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841

678 Aan de lezer
[Leuven, 1517]

Dit is het voorwoord bij de Mimi Publiani, een verzameling spreuken uit de verder niet bewaarde toneelstukken van Publilius Syrus. Erasmus had deze verzameling al in 1514 uitgegeven (zie brief 298). Dit voorwoord voegde hij toe aan de heruitgave van de tekst die werd opgenomen in de Disticha moralia van 1517 (zie brief 676).

Erasmus van Rotterdam aan de lezer, gegroet

Op deze Mimi heb ik uiterst corrupte korte commentaren gevonden, heel wat vreemder dan op Cato,^1. die kant noch wal raken, maar toch zo accuraat zijn uitgeschreven als betrof het iets heiligs. Wat een dorre tijd was dat toch! De meeste zijn in zesvoetige jamben, maar schuwen de vrijheid van de Latijnse komedie niet. Als zich een afwijkend metrum voordoet, zal ik dat aangeven in een noot. Als iemand verder wil weten van wat voor monsterlijke fouten ik deze Mimi heb bevrijd, moet hij ze maar eens vergelijken met de tekst van de versies die voor mijn uitgave in omloop waren. Vaarwel, lezer, doe er uw voordeel mee.

1. Op de aan Cato toegeschreven Disticha zijn talrijke middeleeuwse commentaren bekend.